3. Het sociale, politieke en economische leven te Goes 1860-1880
MR. M.J. DE WITT HAMER. SOCIAAL. RADICAAL EN LIBERAAL, BOUWSTENEN VOOR EEN BIOGRAFIE
bijgewoond (39). De krant in zijn geboortestad Goes wijdde slechts enkele regels aan één van zijn
grootste zonen; dat zal vele arbeiders en linkse intellectuelen pijn hebben gedaan, gezien zijn niet
geringe verdiensten voor Goes, Zeeland en Nederland (40).
Voordat we Jacq. de Witt Hamer laten fungeren in het maatschappelijk leven van Goes, gedurende
de jaren 1866 tot en met 1877, waarin hij actief was, moeten we een schets geven van het economi
sche, sociale en poltieke leven van de Goese samenleving gedurende de periode 1860-1880. Dit
is noodzakelijk om een goed en correct beeld te krijgen van zijn handelen en om dit te kunnen plaat
sen, hanteren en waarderen in die tijd en op die plaats.
Zoals alle andere gemeenten werd Goes beheerd en beheerst door een oligarchie van enkele
regentenfamilies; hun greep op het economische, sociale, politieke en culturele leven was bijna
absoluut. Van deze families waren enkele van Goese oorsprong, weer andere van andere plaatsen,
maar daarin bestond een wisselwerking. Een tweetal families, van Goese oorsprong, domineerde
deze oligarchie; dat waren de families Fransen van de Putte en Kakebeeke; daaronder kwam een
aantal families die participeerden in de oligarchie. Dat waren de families Pilaar, Soutendam,
De Witt Hamer en De Fouw, allen van Goese oorsprong en sterk gebonden hieraan. Daarnaast
hadden ook families die niet rechtstreeks met Goes verbonden waren grote invloed, we noemen
hier de familie Van de Bosch uit Wilhelminadorp, de familie Lenshoek uit Wolphaartsdijk, en een
viertal Zeeuwse regentenfamilies, zoals Pompe van Meerdervoort, Van Voorst Vader, Saaijmans
Vader en Van der Bilt. Er waren ook enkele personen die als individu invloed hadden, maar geen
traditie bezaten, ze werden niet als de crème de la crème beschouwd. Onder de tweede laag zat
een derde laag, nl. die van kleine fabrikanten, winkeliers, vrije beroepsoefenaars, administrateurs,
ook verbonden in oligarchie en erfelijkheid en met één doel: hogerop.
Wij schrijven 1860, Goes telde 5770 inwoners, waarvan 4117 NH, 1191 RK, 366 christelijk
afgescheidenen (invloed Budding), 71 Ned. Isr. en 22 Lutheranen.
De industriële nijverheid was gering. We maken een rondgang door Goes en beschrijven globaal
de economische bedrijvigheid. Voor een overzichtelijk geheel hakken we de periode van twintig
jaar in twee moten van ieder tien jaar.
De meekrapindustrie
In 1860 hadden de gebroeders I. D. Fransen van de Putte en J.A.A. Fransen van de Putte, de
alcoholfabriek "Mercurius" opgekocht en ingericht tot garancinefabriek. Daarnaast exploiteerde
de firma Verhagen en Co. o.l.v. O. Verhagen de fabriek tot meekrap- en garancinebereiding
"Zuid-Beveland." Reeds in 1851 had I.G.J. v.d. Bosch en C.J. Kakebeeke een garancinefabriek
opgezet in Kattendijke (41). In 1860 trad er een derde fabriek te Goes in werking nl. de "Stad
Goes", eigendom van Dr. C.A. v. Renterghem. Naast deze fabrieken telde Goes een tweetal
meestoven nl. "De Zon" en "De liefde", zij waren gemeenschappelijk bezit van de families Fran
sen van de Putte, Kakebeeke en van C.P. Soutendam. We mogen stellen dat in 1860 een kleine
honderd Goessenaren hun emplooi vonden in de meekrapnering. In 1862 en 1869 moesten resp.
77