MR. M.J. DE WITT HAMER. SOCIAAL, RADICAAL EN LIBERAAL. BOUWSTENEN VOOR EEN BIOGRAFIE
Andere economische aktiviteiten.
De stad telde voorts een rederij, De Goesche maatschappij van Stoom en Zeevaart, met een dienst
op Rotterdam, een oliemolen "De Hoop" met een patent oliefabriek (43), een tweetal koren
molens, nl. "De Korenbloem" en "de Vijf Gebroeders" (44), en een zaagmolen (45). Daarnaast
telde de stad een viertal drukkerijen, (46) een drietal touwslagerijen (47), een drietal chocolade
fabrieken (48)en een tweetal hoedenfabrieken (49). Rest mij te noemen de stoommeelfabriek
"De Vos" (50), een distilleerderij (51), een ververij (52), een kaarsenmakerij (53) een
sigarenfabriek (54) en de bierbrouwerij en azijnmakerij "De Gans"(55). Goes kende hiernaast de
gebruikelijke handelaren en grossiers in voornamelijk koloniale waren, steenkolen, granen en mee
krap. Enkele bekenden waren P.F. de Jonge (handelaar in goud, zilverwerk en horlogerie),
A. Nortier, C.P. Soutendam, M.J. Pilaar, H.C. Pilaar en D. Hildernisse.
Voor de stad dus weinig industriële aktiviteit, de meeste arbeid werd gevonden in de landbouw,
alternatieven voor het werkvolk waren de bedeling of emigratie. In de jaren 1860-1870 vonden
enkele veranderingen plaats in de economische structuur van Goes. Naast de al genoemde terug
loop in de meekrap werd in het drukkerswezen een gevoelige veer geladen. Nieuwe aktiviteiten
werden gevonden in de oestercultuur, de gasfabriek en de laarzenfabriek van J. Larsen (56A).
Bestaande aktiviteiten werden uitgebouwd zoals de stoommeelfabriek, (56B) de bierbrouwerij (57)
en de fabriek voor landbouwwerktuigen (58).
Voor een meer gedetailleerd overzicht inzake de economische structuur en ontwikkeling in Goes
gedurende 1860-1880, verwijs ik U naar bijlage 3.
Agrarische belangen en het grootgrondbezit
Het grondbezit en de landbouw werden ook gedomineerd door een aantal families met name de
families Kakebeeke, Risseeuw, Lenshoek, Pompe van Meerdervoort en Fransen van de Putte.
Het grondbezit der families strekte zich uit over de gehele Bevelanden. De familie Kakebeeke als
exemplum; G.H. Kakebeeke bezat een tweetal hofsteden namelijk Watervliet en Altijd Zorg, hij
bezat gronden in Nisse, Krabbendijke en Yerseke. A. Kakebeeke bezat grond in Bath, Rilland,
Krabbendijke en Yerseke, en bezat percelen op het Verdronken Land van Zuid-Beveland. J.C.
Kakebeeke bezat gronden in 's-Heer Arendskerke, Heinkenszand, Ovezande, Nieuwdorp,
St. Joosland, Kattendijke, Maire, Kloetinge en Tholseinde. J.M. Kakebeeke bezat gronden in
Kapelle en Biezelinge, J.Q.C.P. Kakebeeke tenslotte bezat gronden in Schore en Vlake. De enige
wijzigingen die in deze groep voorkwamen waren aflossingen van de ene familie door een andere,
al even voorname familie in leidende functies.
Politiek 1860-1870.
Het kiesrecht was beperkt en op inkomsten gebaseerd. De meer op grondbezit en landbouw
georiënteerde belangengroepen richtten zich op de ARP en R.K. (later ook de CH).
Vaandeldrager was Mr. P.H. Saaijmans Vader. Goes telde een tweetal kiesverenigingen die zich
conservatief opstelden, te weten de kiesvereniging Steunende op de Bijbel, Verdedigen wij de Vrij
heid en de Rooms-Katholieke kiesvereniging. Andere bepalende figuren in de conservatieve poli
tieke kring in Goes waren Mr. P.J. v. Voorst Vader, C.P. Soutendam, A. Smallegange en A. Nor-
tier. De vooruitstrevenden, met name de opkomende fabrikanten maar ook de progressieve
79