GERARD VAN DER WAL
bevolking, waarin de beweegredenen en de doelstellingen dezer vereniging duidelijk omlijnd wer
den. Aldus luidde het commentaar van de Goesche Courant van 8 februari 1867, op dit pamflet:
Verdient deze zaak ondersteuning reeds daarom, dat zij de gelegenheid zal openen tot enige
ontspanning voor die standen der maatschappijvoor wie schier alles toegankelijk is, wat voor
de meer bevoorregten genot oplevert. Wij wenschen de algemeene medewerking vooral, omdat
wij daarin het middel zien om tegemoet te komen aan de vaak geuite klacht, dat ons volk meestal
aan die vermakelijkheden zich overgeeft, die of ongepast of voor de zedelijkheid verderfelijk
zijn(138).
Wat betreft de activiteiten van onze jonge meester in deze vereniging, die waren naast het initiatief,
toch eigenlijk summier te noemen. In juni 1867 nam De Witt Hamer zitting in een commissie die
een tentoonstelling moest organiseren van kunst en smaak (139). Andere activiteiten van De Witt
Hamer in deze vereniging, zijn mij onbekend.
5. De persoonlijke relaties van Mr. M.J. de Witt Hamer
Naast de al eerder genoemde vriendschappen en relaties zoals Van Renterghem en Fokker, kende
De Witt Hamer een aantal vriendschappen en betrekkingen met personen die van betekenis zijn
geweest voor het sociaal, economische en politieke leven in Nederland. Toen in 1870 De Witt
Hamer toetrad tot het Comité ter bespreking der Sociale Quaestie, ontmoette hij een aantal mensen
die van invloed op z'n denken en handelen zijn geweest en waarmee hij vriendschappen onderhield.
Als eerste noemen wc Mr. H.Goeman Borgesius.
De eerste ontmoeting tussen de beide "meesters"
was in 1870, waar zij elkander ontmoetten als
leden van het Comité ter bespreking der Sociale
Quaestie. Het contact werd intensiever toen zij
beiden aanwezig waren op het eerste coöperatief
congres van het ANWV dat gehouden werd op 15
en 16 januari 1873. Daar wisselden zij uitvoerig
van gedachten; zij werden tevens benoemd tot lid
van een commissie die in woord en geschrift de
beweging der consumptievereniging zou bevor
deren (140). Andere kanonnen waren Mr. H. ter
Haar en Mr. A. Kerdijk. Goeman Borgesius had
grote bewondering voor het werk van De Witt
Hamer. In een publicatie van Goeman Borgesius
in 1872, getiteld Schulze Delitzsch en zijne cre-
dietvereniging, gaat hij uitgebreid in op De Witt
Hamer's geesteskind nl. de Goessche Voorschot
vereniging waar hij grote bewondering voor had.
Mr. H. Goeman Borgesius, 1847-1917.
Lid 2e kamer, minister van Binnenlandse Zaken.
Uit
Gedenkboek 25 jaar geschiedenis van Nederland.
88