ANALFABETISME EN ONDERWUSDEELNAME IN GOES GEDURENDE DE 19E EEUW land hebben wij eerder uitgevoerdhet gesignaleerde verschil tussen stedelijke populaties en het platteland bleek eveneens in deze deelstudies (11). Belgisch vergelijkingsmateriaal is daarentegen ruimschoots voorhanden. Echter vanwege de min der gunstige situatie van het lager onderwijs in de vorige eeuw ligt het analfabetisme hier over vrij wel de gehele linie aanzienlijk boven de Nederlandse cijfers (12). Confrontatie met de Belgische cijfers hebben wij in dit onderzoek dan ook achterwege gelaten. 2.3 Analfabetisme en generatieverschillen In de Kempische gemeenten bleek dat meer dan 60% van de ouders afwezig was bij het huwelijk van hun zoon of dochter (13). In ons onderzoek was dit percentage ietwat gunstiger; het absentie gemiddelde vertoonde voor de in Goes gesloten huwelijken een range van 48-59%. Tabel 2.2 Ouderabsentie bij de huwelijksvoltrekkingen in Goes 1811-1900. Absentie vader van de bruidegom 58.4% Absentie moeder van de bruidegom 52,6% Absentie vader van de bruid 54,5 Absentie moeder van de bruid 48,9% Deze uitkomsten laten het bekende verschijnsel zien dat de moeders bij de gesloten huwelijken vaker aanwezig waren dan de vaders. In het vervolg van deze paragraaf is de generationele over dracht van het (an)alfabetisme onderwerp van bespreking. In dit verband gaat het dus om de invloed van het ouderlijk milieu op de geletterheid van de kinderen. In eerste instantie besteden we aandacht aan de ouders als alfabete c.q. analfabete gezinseenheid. Tabel 2.3 Alfabetiseringsgraad van de man en de vrouw te Goes in de 19e eeuw met alfabete (A) en analfabete (B) ouders MAN ALF VROUW ALF (A) (B) (A) (B) 1811/20 64,3 17,4 49,2 24,6 1821/30 60,1 14,1 55,3 9,9 1831/40 64,9 15,8 54,7 11,2 1841/50 64,0 16,7 47,5 11,6 1851/60 64,3 23,0 54,8 14,6 1861/70 67,8 19,6 62,9 17,1 1871/80 79,8 26,3 68,7 23,6 1881/90 79,9 24,6 70,8 21,7 1891/1900 75,5 19,5 73,0 29,9 Uit tabel 2.3 kan worden afgeleid dat alfabete ouders voor het merendeel alfabete kinderen hadden en omgekeerd. Slechts een klein percentage alfabete ouders dragen hun geletterdheid niet over op hun kinderen. De zoons van alfabete ouders boeken in de 19e eeuw in vergelijking met de meisjes een veel geringere groei; de stijging bij jongens bedraagt ca 10%, bij de meisjes ca 25%. Hieruit 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1987 | | pagina 11