O.W. HOOGERHUIS en L.F.S. JANSEN
stelling voor de noodzaak van regelmatige schoolgang. Deze mentaliteitsverandering speelde een
belangrijke rol bij het krachtig terugdringen van het schoolverzuim in de daarop volgende jaren.
Het verzuimpercentage was in 1872 reeds gedaald tot 9,2% (cf. het verzuim bedroeg in 1860 nog
ongeveer 25-35%). Het belang van het door sommige onderzoekers als cruciaal aangemerkte jaar
1868 voor de onderwijsontwikkeling is ons voor Goes niet geblekenveeleer valt het gehele decen
nium 1860-1870 als een periode van ommekeer aan te merken.
Over het verloop van het 19e eeuwse analfabetisme in Nederland bezitten we door het geringe
onderzoek nog slecht een fragmentarisch beeld. In afwachting van breder en gedetailleerder onder
zoek menen wij dat er uitgaande van onze onderzoeksresultaten voldoende aanwijzingen zijn voor
een relatief gunstige alfabetiseringsgraad in Goes.
Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat van de beroepen die nauw verband hielden met
de positie van Goes als verzorgend centrum en waarvan het kwalificatieniveau voor beroepsuitoefe
ning relatief hoog lag naar alle waarschijnlijkheid een belangrijke impuls is uitgegaan op deelname
aan het onderwijs.
Bijlage 1
1 ARelatie Vader - Zoon
Analfabetisme bij vaders van de bruidegoms in Goes 1811-1900.
Bruidei
gom ALF
B r u i d e
gom AN
Abs.
Vader ALF
Vader AN
Vader ALF
Vader AN
1811-1820
112
77,7
4,5
9,8
8,0
1821-1830
117
71,8
5,1
16,2
6,9
1831-1840
133
80,5
5,3
8,3
5,9
1841-1850
113
79,6
5,3
11,5
3,6
1851-1860
162
79,0
10,5
8,0
2,5
1861-1870
172
82,6
6,4
4,7
6,3
1871-1880
175
82,9
13,7
1,7
1,7
1881-1890
225
87,6
11,6
-
0,8
1891-1900
187
85,6
14,4
-
-
30