DE PATRIOTTEN TE KORTGENE EN HUN ALKMAARSE HEREN allerijsselijkste vloekenteekenen maar!" en niet redeneeren of wij sullen je alle de kop inslaan. Ik hervatte het nog andermaal om was 't mogelijk de luiden van denkbeeld te veranderen, dan dit was niet als de woede vermeerderen en dewijl er van alle zijde wierd geroepen: ,,sla dood" en de knuppels reeds tot dat eynde waren opgeheven, vatte ik het papier en seyde: dewijl de balljuw boven staat is 't oorbaar en welvoeglijk dat die eerst teekent". Dan deze zeyde: ,,neen, ik teeken niet", waarop de woesten hoop aanstonds uitriep: ,,neen, de balljuw moet niet teekenen, wij weeten genoeg dat hij een regte prinsman is, maar jij verd.patriotten, jijlui moet teekenen, voort aanstonds of zoo je nog verder spreek dan sal er niemant levendig ontkomen". Ik vatte de pen en onderschreev het verv.papier en terstond moesten burgemeesteren en scheepenen het zelve doen, waarvan er ondertusschen eenige al met de knuppels begroet wierden. Na Hofdijk zijn verscheyde boosaardige slagen gedaan die hij telkens gelukkig ontweek, en tot zijn geluk want hij was anders waarschijnlijk dood geweest. Het was niet genoeg dat deze teekening door de presente leeden geschiedde, neen, de absente burgemeester en scheepen moesten ook nog teekenen, men ging met trom en vaandel na hunne hofsteeden en dwongen hun onder bedreyging van den dood na Cortgeen te komen en te teekenen. Dit was zodra niet verrigt of een voor een moest buyten bij deze booswig- ten komen alwaar sommige gedwongen wierden te knielen onder het princevaandel en allerleey smaadheden en beschimping ondergingen. Nadat deze rol gespeelt was wierd ik gedwongen een publicatie te schrijven waarbij de magistraat vrijheid gaf aan een iegelijk om orange vercierselen te dragen, met belofte dat niemant daarover door de magistraat soude worden gemolesteert. Vervolgens moest 's nagts of in den morgenstond de klok geklept en deze publicatie gepubliceert en aanstonds geaffigeert worden, onder bedreyging als vore. Na dat alles verrigt was en omtrent nog twee ankers genever met eenige flessen wijn uitgedronken waren, is deze woeste hoop 's mor gens omtrent vijfuuren afgemarcheert, sonder egter eenige plundering ofte glazen alhier te hebben uitgeslagen. Er zijn zoo als meest in alle plaatsen eenige voorname bruteurs geweest die de geheele Wissenkerker gemeynte gedwongen hebben mede te gaan, onder bedreyging van andersints op zijn minst de glazen te zullen worden uitgeslagen of geplunderd te wordenen ten bewijze dat zij lieden van hun woord wilden zijn hebben zij aan drie burgerhuizen te Wissenkerke bij hun terugkomst de glazen ingeslagen, alleen omdat de bewoners derselver onder weeg waren teruggekeert. Ik behoeve aan Uwe Edelgeborene van de aanstokers van 't twistvuur in Noord-Beveland geene melding te doen: het zijn zonder twijfel al overlang verdagte persoonen, wiens woede over 't onlangs gebeurde is verdubbelt. De menigvuldige conferentiën, tot diep in de nagt, en de aanhou dende expressens na en van Wissenkerke hebben mij lang bedugt gemaakt dat er iets gebeuren wierd; ik sal mij thans ten dezen niet verder uitlaten. Ik hoop daartoe nader beter gelegenheid te krijgen als alles in rust komt. De justitie is nergens werkzaam en daarom is het voorzigtigste mijns oordeels om alles ook alhier te laten slapen, selfs om aan bizondere persoonen geen ongenoegen te betonen voordat de tijd en gelegenheid daartoe gunstiger zij. Was het na de bedoelde persoonen hun wensch gelukt, dan waren er drie a vier dood geweest en hunne bezittingen ter plundering overgegeven, dat God genadiglijk heeft verhoed. Hofdijk is gevlugt maar waarna toe weet ik niet. Dat weet ik, dat hij te Rotterdam geweest is. De magistraat heeft heden een briev aan den Heer afgezonden, dog die om reedenen minder gevallen als deze behelst. Ik eyndige deze onder toe bidding dat God verhoede, dat er in Uw Edele 's provincie niet sulke schrikbarende en schreeuwen de ongeregtigheden gepleegt worden als alhier en teekene mij met de meeste hoogachting, Wel Edelgeboren gestrenge heeren, Uw weledel geboren dienstwillige dienaar, Pieter Vader, den 15 juli 1787. Uit bovenstaande blijkt op levendige wijze, hoe op vrij gemakkelijke manier het patriotse (dankzij 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1987 | | pagina 45