DE PATRIOTTEN TE KORTGENE EN HUN ALKMAARSE HEREN geweest en ging aanstonds naar bed. Om 12 uur vertrokken de heer en juffrouw Vader naar huis en de andere vrienden kwamen ook te bed. Dinsdag 13 juli. Om half 7 opgestaan en geresolveerd om de voorgenomen reis rondom het eiland om de menigvuldige regenbuien te staken. Om 10 uur naar de heer Vader gegaan, Karreman gesproken, het huis van de dominé gezien en bij de heer Vader gegeten. Het weer klaarde op en om drie uur reden wij een tour over Wissekerk en Kolijnsplaat en kwamen te half 6 bij een vriendelijke boer en boerin Noordhoek genaamd. Om 9 uur kwamen wij bij de heer Vader, deden een visite bij de oude burgemeester Glas, rookten nog een pijpje of twee bij de heer Vader en gingen om 11 uur aan boord. De jonge heer A. Vader ging met ons mee" De rest van het reisverslag betreft bezoeken aan Vlissingen, Middelburg, het Fort Lillo, Antwerpen en Brussel. Op de terugweg naar Holland werd de jonge A. Vader aan de Zijpe afgezet. Hoe het hem toen, 20 jaar oud, te moede was, lezen we in zijn brief van 27 augustus aan de heer Van ForeestInderdaad het viel mij hard en was zeer aangedaan toen ik een gewenst gezelschap en verblijf moest verlaten, door wien en waarin mij zo veel eer en vriendschap was bewezen; ja, het gevoel nam zodanig de overhand, dat ik mij niet onthouden kon tranen te storten. Eer echter anderhalf uur verstreken en het jacht mijn gezicht nog niet ontgaan was, had ik het geluk om de Kortgeense schipper van Rotterdam komen te zien naderen welke U hoogwelgeboren op Krammer was gepasseerd. Niet weinig verheugd over die ontmoeting also het verblijf op Zijpe mij van het eerste ogenblik af aan verdriette, ijlde ik in 't schuitje hetgeen mij aan boord bracht en vervolgens vrijdagmorgen vroeg thuis bracht" Daarna verhaalt hij nog het laatste nieuws van thuisNieuws U hoogwelgeboren attentie waardig is mij hier niet bekend. Alleen de kermis is alhier buitengewoon fraai en groot geweest; 66 kramen met zeilen er over heb ik geteld, dezelve is echter zeer stil en in de beste orde geëindigd, zelfs heb ik geen enige honende uitdrukking noch diergelijk liedje gehoord. En wat de correctie aangaat door U hoogwelgeboren omtrent Karreman en Verburg gebezigd, men hoord niets daarvan. Alleen zegt men in 't algemeenik had het althans van Karreman wel gedacht. Vader heeft dezelve landen bereids zowel tot meerder voordeel van de boedel als aan personen die zich door braver gedrag waardiger meubels der maatschappij gekenmerkt hebben verpacht" Slot In het archief van de gemeente Kortgene bevinden zich verschillende bewijzen van de veelzijdige bemoeienis van de heer van het dorp met de gang van zaken ter plaatse. Daarbij was tot dusver nog geen gedrukt exemplaar van de Ampliatie van de ordonnantie van het schippersgilde van de stad en hoge heerlijkheid Kortgene, gegeven te Alkmaar op 15 februari 1791 (8). Het gaat om de herziening van de nog door Wigbold Adriaan zelf, voor hij onder curatele gesteld werd, gegeven ordonnantie van 29 mei 1785 (eveneens te Alkmaar gedrukt). Het behelst onder meer een nieuwe lijst van de vrachtprijzen die de schippers mochten vragen voor het vervoer van diverse goederen naar de verschillende bestemmingen. Na die voor het economisch leven van het stadje niet onbelangrijke maatregel vinden we niets meer van dien aard in het boedeldossier in het archief van Foreest. Sinds door de staatsregeling van de Bataafse Republiek van 1798 de heerlijke rechten waren afgeschaft hadden de administrateuren alleen nog te maken met de particuliere belangen van de erfgenamen van de voormalige heer. Ook daarbij maakten zij nog gebruik van de diensten van A. Vader, die zijn positie in het dorp door alle staatkundige veranderingen heen hield. Aan de administratie van de zogenaamde Bergense boedel kwam pas een eind toen de drie gebroeders J.A., W.J. en F.C. Mulert in 1844 aan de erfgenamen van de laatste administrateuren décharge 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1987 | | pagina 49