HET PASTE-BOECK VAN DEN BROODE
brood opleverde dan de andere keer. De proefbakking, die de grondslag vormde van het hele
systeem, was blijkbaar niet in voldoende mate betrouwbaar. Bovendien deed de vrijhandel haar
intrede; bij vrijheid van handel en nering was de broodzetting een knellende band, die moest wor
den losgemaakt.
Eversdijck heeft met zijn Paste-boeck ongetwijfeld velen een dienst bewezen. Voor ons is het
interessant te ontdekken, hoe een en ander in de 17de eeuw in zijn werk ging, te zien hoe er
gerekend werd. Dat brengt ons tot het wiskundige werk van de Rekenmeester, maar dat is een
verhaal apart...
Bijlage
Proces-verbaal betreffende het vaststellen van de broodpas, G.A. Goes, Archief Stad, inv.nr. 2523.
Op den 14 february 1622, hebben geweest ten huyse van Jan Janssen in Sint Janshooft den secretaris Comelis Brune, Cornelis
Franssen Eversdijck ende Jan van Stapelen ten naerbeschreven eynde bij burgemeesters ende schepenen der stadt Goes gedepu-
teert, te weten dat men aldaer soude vernemen eenen goeden voet omme te maecken eenen goeden pas van 't broot tot dyenste
van de gemeynte alhyer.
Jan Janssen backer gevraecht sijnde verclaert dat men om wittebroot te backen gemeynlijck neempt de beste terwe. Insgelijckx
om fijn terwenbroot te backen quatertroy voor gebuylt ende ongebuyelt broot een sack goede terwe weeght ordinarie metten
sack: 136 ponden, 't Cornel van fijn witte ende fijn terwenbroot doet men gemeynlijck in de rogge trouste uuytgebuyel ende
ghelt 4 schellingen off 5 schellingen den sack. Broot dat men ordinaris backt es witte fijn terwe broot, gebuylt, ongebuyelt,
masteluyn ende roggenbroot. Masteluyn wert gebacken een mate rogge, twee maten terwe, beyde gebuyelt; men backt terwen
broot van 3 stuyver, 2 ende een stuyver. Wittebroot van stuyvers, halve stuyvers ende 12 myten. Van wittebrood te backen gheeft
men van de sack 5 schellingen groten, des gheeft den backer de soete melck ende ghist thuys heeft hij noch daerenboven voor
sijn moyte van een sack terwe ende roggenbroot te backen midts dat hij backer 't selve selffs kneet ende ghist gheeft2 schel
lingen 4 groten. Een sack rogge weeght ordinarie 226 ponden.
Actum 14 february 1622.
Literatuur
A.Th. van Deursen. Het kopergeld van de Gouden Eeuw, deel 1.
Amsterdam-Assen 1978.
J.H. van den Hoek Ostende. Een prijsregeling van de 15e tot de 19e eeuw: de broodzetting.
In: Amstelodamum, 55e jaargang, 1968, blz. 131-134.
83