Zelfs lijkt het niet onmogelijk dat het hier gaat om dezelfde eikehouten psalm- en gezangborden
die in 1972 tegelijk met de preekstoel werden verkocht. Het kan echter ook zijn dat die borden
uit later tijd dateren. De lijst rond de borden met het kroonstukje is in 1917 gemaakt, waarbij de
toen aanwezige verflaag op de borden werd afgeloogd. (15) Afbeelding 55 is de oudst bekende foto
waarop deze borden voorkomen. Vanuit de kerk gezien hing het gezangbord links van de
preekstoel en het psalmbord rechts; op het origineel van afbeelding 55 is dat te zien. De woorden
GEZANG en PSALM waren niet op de borden zelf geschilderd maar op verloren gegane losse
plankjes die op de borden bevestigd waren. Het woord VERS daarentegen is wel op beide borden
geschilderd, oorspronkelijk in goudverf, later overgeschilderd met zwarte verf, nog later met wit.
Ook de cijfers zijn op die wijze op de losse plankjes aangebracht. Die plankjes kunnen vanaf de
zijkant in de zwaluwstaartvormige gleuven in de borden worden geschoven. Ze werden bewaard
in een afzonderlijk rekje, uitgevoerd in blank eikehout (afbeelding 62). Een merkwaardigheid van
de borden is dat op een onbekend tijdstip na 1917 het psalmbord in een gezangbord is veranderd,
zodat er toen twee gezangborden waren en geen psalmbord meer! (Zie afbeelding 33). De reden
waarom dat is gebeurd is niet bekend.
Zitplaatsen
Hoewel vaststaat dat de oudste indeling van de kerk volgens het geijkte stramien is geweest met
rond de preekstoel de dooptuin en de kerkeraadsbanken, is de exacte verdere indeling niet met
zekerheid aan te geven. Het „Algemeen Reglement op de zitplaatsen in de Hervormde kerk te
's-Heerenhoek" d.d. 21 april 1832, dus tijdens de grote verbouwing opgesteld, kent buitenom de
stoelen de volgende zitplaatsen: (16)
- Het bogt voor den tuin
- Het Ambachtsheerenbogt
- Het bogt aan de zuidzijde
- Het bogt aan de noordzijde
- Het bogtje nevens den voorzanger.
De banken op de galerij (het zogenaamde zoldertje) worden in die lijst niet genoemd. In de „Lijst
van stoelen en bogten over 1825" zijn de banken niet apart genoemd. (17) Een „Lijst van de
verhuurde zitplaatsen waarschijnlijk uit ongeveer 1835, specificeert de zitplaatsen, buiten de
stoelen, als volgt: (18)
- In den tuin
- Het bogt in den tuin
- Het N. bogt aan den tuin
- De Schepensbank
- Ambagtsheere bank
- Het bogt daaraan volgende.
In een zitplaatsenlijst, vermoedelijk uit 1859, wordt ook nog vermeld „Het vrouwebogt" (19),
terwijl de lijst van het zitgeld over 1888 noemt „Vrouwenbank" met zes zitplaatsen. (20) In
genoemd jaar werden de trekbalken van de spanten verwijderd, waardoor het uitzicht vanaf de
galerij verbeterde. Prompt werd de huur van de zitplaatsen op de voorste bank verhoogd. (21)
Hoewel bij gebrek aan een tekening de oudste indeling niet precies kan worden aangegeven,
kunnen we ons daarvan op grond van bovenstaande en andere gegevens toch een redelijke indruk
vormen. In grote trekken is dat dus waarschijnlijk geweest zoals op afbeelding 63 is weergegeven:
vaste banken voor de kerkeraad (en later voor ambachtsheren en schepenen) en voorts langs beide
zijmuren. Daarbinnen de kerkruimte bezet met stoelen. In 1832 kwam de galerij boven het portaal
waarop vaste banken werden geplaatst. Bij plaatsing van het orgel in 1902 werd de galerij naar
105