Het instrument dat in 1902 in 's-Heerenhoek werd gekocht was een in Amerika gefabriceerd orgel
van het type harmonium (dus met perswind) van het merk Vocation. Dit orgel was ontwikkeld door
een Engelsman in Amerika, James Baillie Hamilton, die in 1886 de produktie startte in Worcester,
Massachusetts. Het werd vooral populair voor gebruik in kerken omdat het door toepassing van
extra brede tongen een krachtiger en meer „orgelachtig" geluid gaf. (54). Sommige grote
Vocalions waren inwendig nauwelijks van een klein pijporgel te onderscheiden. Ook uitwendig
trachtte men het instrument zoveel mogelijk op een pijporgel te doen lijken door het front te
voorzien van namaakorgelpijpen en gipsen bazuinengelen (zie afbeelding 54).
Bij de inwendige „ontmanteling" van het kerkgebouw in 1972 is het orgel naar een particuliere
orgelliefhebber te Nieuwdorp gegaan, vanwaar het later terechtgekomen is in het Nederlands
Bijbelinstituut te Bosch en Duin. (55) Het front, dat toen nog aanwezig was maar sterk door
houtworm aangetast, is daar door een nieuwe omtimmering van schrootjes vervangen. Nadat het
instituut later een ander orgel ten geschenke had gekregen, is het 's-Heerenhoekse instrument aan
de schenker gegeven die het op zijn beurt inruilde bij een orgelhandel in Drachten. (56) Na
herbouw van de kerk in Arnhem is het orgel weer op zijn oude plaats teruggekeerd.
Afwerking en versiering
Vaak zijn in een kerk de glas-in-lood ramen de meest in het oog springende versiering. Zo ook
zeker in het begin in 's-Heerenhoek, waar het interieur voor het overige sober was. De heraldische
wapens die in de ramen waren afgebeeld zijn uit de in 1798 uitgevoerde inventarisatie door Rethaan
Macaré bekend (zie blz. 64).
Aan de hand daarvan en met gebruikmaking van de wapenkaarten in de kroniek van Smalle-
gange, (57) zijn de wapens in afbeelding 72 getekend.
Vooral in de zeventiende en achttiende eeuw was het gebruikelijk dat de nabestaanden van aanzien
lijke personen die in de kerk waren begraven, ter nagedachtenis aan hen zogenaamde rouw- of
wapenborden lieten ophangen, waarop het familiewapen werd afgebeeld. Het gebruik stamde al
uit de tijd van vóór de Reformatie. Vele kerken raakten als het ware volgepropt met dergelijke
borden, het ene al groter en duurder dan het andere, wat tot klachten over dit werelds vertoon
leidde. (58) In 's-Heerenhoek liep het zo'n vaart niet. want er was maar één rouwbord aanwezig,
en wel ter nagedachtenis aan kolonel Guilielmus Verpoorte die vóór de preekstoel begraven lag
en wiens graf met een zerk gedekt was. In afbeelding 73 is het wapen getekend dat op het bord
was geschilderd. De omschrijving van het rouwbord door Rethaan Macaré luidt als volgt: „Een
manswapen van Verpoorten, rood veld 3 goude poorten, op de kas een helm met degen en schee,
staf van commando en handschoenen, wapenrok en sporen en wapen standaarden. Daaronder op
een Livart bord: Den WelEd, gebooren Heer Guilielmus Verpoorte in sijn leven Collonel van een
Regiment voetknegten ten dienste deser Vereenigde Nederlanden is gestorven den 7 November
1717."
De binnenmuren van de kerk waren vanaf het begin gewit: in de afrekening van de bouw komt
een post voor aankoop van krijtwit voor. Ook in de jaarrekening over 1789 is „het witten en kalken
der kerke" uitdrukkelijk genoemd. (59) In het restauratiewerk van 1832 was het twee keer witten
van de muren met stofkalk begrepen. (60) Het toen gemaakte nieuwe houten gewelf werd eveneens
gewit. (61) Bij de restauratie in 1917 werden de muren afgehakt, opnieuw bepleisterd en met
waterverf behandeld. (62) In 1928 werd besloten „een paar teksten aan de muur" aan te
brengen. (63) De in gotische letters geschilderde opschriften zijn vaag zichtbaar op afbeelding 74.
Mogelijk is tegelijkertijd de tekst „God is Liefde" op het gewelf boven de preekstoel aangebracht.
116