verband als vanwege zijn vele andere bezigheden. Omdat het een betere kijk geeft op de gang van zaken rond kerk en school in de achttiende eeuw, zullen de activiteiten van deze man hier wat nader worden belicht. Josias Wagenaar werd in oktober 1725 geboren. Op 28 april 1752 werd hij, „lidmaat van de kerk van Waarde" zijnde, als koster en schoolmeester in 's-Heerenhoek beroepen, (17) waarna hij op 16 mei 1752 door de classis werd geëxamineerd en toegelaten. (18) Nu is 1752 ook het jaar waarin de school achter de kerk „nieuw opgebouwd" werd (zie blz. 71). Of er enig verband tussen beide feiten bestaat is niet bekend. Op 14 mei 1753 trouwde Wagenaar te 's-Heerenhoek met Elisabeth Waverijn uit Kruiningen. (19) Hun huwelijk werd met een talrijke kinderschaar gezegend: tussen 1754 en 1776 werden 16 kinderen van hen te 's-Heerenhoek gedoopt. (20) Het is dan ook niet te verwonderen dat Josias trachtte met allerhande werk zijn karig loon als koster en schoolmeester aan te vullen. Naast zijn kerkelijke functie waarvoor hij een vast salaris genoot, knapte hij voor de kerk uiteen lopende losse karweitjes op. In de kerkerekeningen zijn betalingen aan hem verantwoord wegens schilderwerk, reparaties aan ramen, loodgieterswerk, schoonmaakwerk en onderhoud van het kerkhof. (21) Ook voor de burgerlijke gemeente voerde hij soms werk uit, en wel aan de straten, zodat we hem ook nog kunnen zien als een soort gemeentewerkman. (22) Na de Staatsomwenteling van 1798 moest Wagenaar aan het plaatselijk bestuur een opgave van zijn neveninkomsten verstrekken. (23) Uit die opgave en met behulp van andere gegevens is in tabel 12 een overzicht van zijn inkomsten opgesteld. Tabel 12. Overzicht van de inkomsten die door Josias Wagenaar in zijn verschillende betrekkingen werden genoten (eind achttiende eeuw). Functie Verdiensten per jaar Ponden Guldens V oorlezer/voorzanger Koster Schoolmeester (vast tractement) Idem (opbrengst schoolgelden) „Extraordinaire bediening van consistorie en diaconie" Klokluider en uurwerkopwinder Belastinggaarder Totaal 12-0-0 6-0-0 10-0-0 10-0-0 6-2-0 10-0-0 19-0-0 72,— 36,— 60,— 60.- 36,60 60,— 114,- 73-2-0 438,60 Alles bijeen genomen brachten de baantjes tezamen dus ongeveer 440,per jaar op. Als we dat vergelijken met het loon dat toen in het algemeen door arbeiders werd verdiend en dat 0-3-0 (f 0,90) per dag bedroeg, blijkt het inkomen van Josias Wagenaar altijd nog ca. 70% hoger te zijn dan wat een arbeider maximaal kon verdienen. Toch was zijn financiële toestand beslist niet gunstig, want hij besloot het overzicht van zijn inkomsten met de mededeling dat hij „in de somer bij de boeren met handen arbeyd nog wel iets (kon) winnen." Hij was toen al 73 jaar oud! Op het eind van zijn leven wist Wagenaar als patriot nog te profiteren van de maatschappelijke omwenteling die zich in 1798 voltrok. We zagen al dat hij nadien provisioneel secretaris, later zelfs president-schepen en schout werd (zie blz. 72). Ongetwijfeld is mede door zijn toedoen snel uitvoe ring gegeven aan het van hogerhand gegeven bevel om de wapens uit de kerk te verwijderen, wat mogelijk kwaad bloed heeft gezet bij de ambachtsheren. Wagenaar moet lang vitaal gebleven zijn. De invoering van de Evangelische gezangen op 1 januari 1807 geschiedde „op den vereischten en voegsamen voorgang van den voorsanger van deese Gemeente Josias Wagenaar, sedert 50 jaar 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 129