38. De aantallen woningen voor de jaren na 1813 zijn ontleend aan de verschillende bevolkingsregisters. GAB. AGH. Inv. nrs. 309-319. 39. Ab Utrecht Dresselhuis, Wandelingen242. 40. Over dit aspect verscheen: Harten. De katholisering van 's-Heerenhoek. Daar dit artikel zich beperkt tot de eerste helft van de negentiende eeuw, komt de oorzaak van het beschreven proces niet aar de orde. 41. De Hullu, De pastoors op het platteland. In dit artikel wordt voor 's-Heerenhoek een aantal van 17 katholieken vermeld en voor „Nieuwe Kraaiert" 50. Omdat het waarschijnlijk is dat ongeveer de helft van de toenmalige bevolking in die polder binnen de grenzen van 's- Heerenhoek woonde, is het totaal aantal katholieken voor die plaats op ca. 40 berekend. Ook via andere weg, uitgaande van de R.K. doopboeken, komen we tot ongeveer hetzelfde aantal in het begin van de achttiende eeuw. 42. Dit kan ook worden vastgesteld aan de hand van de in de vorige noot genoemde doopboeken. Het oudste daarvan, het „Liber Baptizatorum Agri Gouzani" van 1665 tot 1709, berust in het archief van de Rooms-Katholieke parochie te 's-Heerenhoek. Latere doopboeken bevinden zich in het Rijksarchief. 43. Op 29 juni 1796 verleende de Municipaliteyt van 's-Heerenhoek voor 21 jaren vrijdom van de dubbele honderdste penning en de huisschatting voor de toen te bouwen kerk en pastorie. RAZ. RAZE. Inv. nr. 2757-B (Notulen van de Vierschaar). 44. De grafiek, die voor de periode vóór 1800 nog een onvolledig en voorlopig karakter draagt, is gebaseerd op de volgende bronnen: 1. Voor het aantal katholieken vóór 1800: de bronnen genoemd in de noten 41 en 42; 2. voor het totaalgetal der bevolking in 1747: de in noot 36 genoemde bron; 3. voor alle overige cijfers: officiële opgaven zoals bevolkingsregisters, volkstellingen en jaaropgaven van het gemeente bestuur. 45. Rogier, Geschiedenis van het katholicismeIV 805. 46. Zie bijvoorbeeld de resolutie van de ambachtsheren d.d. 17 februari 1778, waarbij het aan de katholieken werd verboden om op boerderijen waar dat tot dan niet geschiedde, godsdienstoefeningen te houden. RAZ. AVAH. Inv. nr. 6, fol. 48. 47. Zie daarvoor de in noot 10 genoemde overlopers. 48. Opgave d.d. 13 oktober 1828. GAB. AGH. Inv. nr. 20. 49. Bouman. Zeeuwschen landbouw, 101. 50. Opgave d.d. 28 februari 1827. GAB. AGH. Inv. nr. 19. 51. Eigendomsregister 1807-1810. GAB. AGH. Inv. nr. 15. 52. Zie daarvoor de bevolkingsregisters. GAB. AGH. Inv. nrs. 309-319. 53. Hendriks, Bouwnota, 133. 54. Van der Zee. Babys in Zeeland, 16. Noten bij hoofdstuk 3. 1. Uil, De Satisfactie van Goes. 2. Van Empel en Pieters, Zeeland door de eeuwen heen, II 549. 3. Hulsbergen, De opgelegde Reformatie. Van der Loos, Kerkgeschiedenis, 22. 4. Roof, De Rooms-Katholieke Zeeuwen, 215. 5. Claus, De Katholieken in Zuid-Beveland. Handschrift. GAG. Archief van de parochie van de H. Maria Magdalena te Goes. Inv. nr. 17. 6. Briels, De Zuidnederlandse immigratie, 20. 7. Aktenboek van de kerkeraad 1657-1752. RAZ. AKRH. Voorl. nr. 1. Zeer veel gegevens voor dit hoofdstuk zijn aan dat aktenboek ontleend zonder dat dit verder steeds met noten is aange geven. 8. Stukken betreffende de stichting van een predikantsplaats te Calishoek. RAZ. Archief van de classis van Zuid-Beveland. Inv. nr. 70. 9. Ibidem. 10. Ibidem. 11. Verzoek van de kerkeraad aan de Staten van Zeeland om een kerk te bouwen (1668). RAZ. Archief van de Staten van Zeeland. Inv. nr. 975. 12. RAZ. RAZE. Inv. nr. 2752, fol. 14. 164

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 166