VERKLARENDE WOORDENLIJST afzaat schuine bovenkant van een stenen onderdorpel of waterlijst; ook wel de dorpel of lijst zelf brugstaaf horizontaal steunijzer in een venster met stenen tracering* classis onderafdeling van een provinciaal kerkbestuur; een aantal gemeenten vormen samen een ringenkele ringen een classis collegium qualificatum co"ege voor het beroepen van een predikant, leden van de kerkeraad. schoolmeester, e.d. consistorie 1kerkeraad 2. het gebouw waar de kerkeraad vergadert dakruiter houten torentje op de nok van het dak drieklezoor driekwart gedeelte van een baksteen met de lengte van driekwart strek* en de breedte van een kop*; wordt toegepast om de stootvoegen* in de kop- en streklagen* in het metselwerk te laten verspringen kantmontant montant* aan de kant van een venster klezoor kwart gedeelte van een baksteen met een lengte van een kwart strek* en de breedte van een kop* halve baksteen met de lengte van een strek* en de breedte van een halve kop* korte zijde van een baksteen laag metselwerk waarin de koppen van de bakstenen in het zicht komen boog waarvan de vorm geconstrueerd wordt door drie boogsegmenten horizontale doorgaande voeg tussen twee lagen metselwerk stenen stijl in een (kerk-)venster snijvlak dat door schuine of loodrechte insnijding van een opening in de muur in het muurvlak ontstaat pond Vlaams monetaire rekeneenheid met een waarde van zes gulden, verdeeld in twintig schellingen, elk van twaalf grooten proponent theoloog die. na het afleggen van een kerkelijk examen, als predikant beroepbaar is boog waarvan de vorm bestaat uit een halve cirkel anker met een schotelvormige ronde sleutel klisklezoor kop koplaag korfboog lintvoeg montant negge rondboog rozetanker Satisfactie van Goes schilddak spitsboog steunbeer stootvoeg strek streklaag synode tracering vermaking verdrag uit 1577 waarbij de overgang van deze stad naar de zijde van de Prins werd geregeld dak bestaande uit evenzovele vlakken als het gebouw omtrekmuren heeft, en welke vlakken op dezelfde hoogte beginnen en eindigen boog waarvan de vorm wordt geconstrueerd uit twee gelijke boogsegmenten pijler ter versteviging van muurwerk korte verticale voeg tussen twee naast elkaar gemetselde bakstenen in dezelfde laag lange zijde van een baksteen laag metselwerk waarin de strekken* van de bakstenen in het zicht komen 1college van vertegenwoordigers in een Kerk, die beslissingen kunnen nemen over leer en kerkelijk bestuur 2. de vergadering van dat college verdeling van een vensteropening door stenen stijlen, bogen, etc. het veranderen (vernieuwen) in samenstelling van colleges zoals kerkeraad. schepenencollege, enz. vermangelen ruilen, verwisselen vorktracering tracering* in het venster waarbij de stijlen bovenin het boogveld cirkelvormig afbuigen; bij spitsbogen meestal met dezelfde straal als van de boog zelf 196

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 198