Afbeelding 34. Het rugpaneel of ruggeschot van de preekstoel. Afbeelding 35. Detail van het houtsnijwerk aan het rug paneel van de preekstoel. het interieur waarschijnlijk onder het timmerwerk van de kerk waren begrepen. De uitvoering is dan zeker eenvoudig geweest. De eerste keer dat we iets lezen over de kerkeraadsbank is in 1708. toen één van de kerkeraadsleden ruzie maakte over de betaling van zijn diensten als waarnemend koster en voorzanger, en „sijn psalmboek uyt onse bank mede na huys genomen" had. (58) Later is een keer sprake van ..het ouderlingsgestoelte". (59) Een ambachtsherenbank ontbrak aanvankelijk waarschijnlijk, want in 1742 besloten de ambachts heren ,,Een ambagtsheeren bogt in de kerke van Ovezand te maken. En mede in die van 's-Heerenhoek. waervan Caboort een teykeninge sal maken." (60) We zagen reeds dat in 1735 het toen aanwezige binnenportaal door een buitenportaal werd vervangen. Het is waarschijnlijk dat dit tochtportaal uit de bouwtijd dateerde en dan eveneens tot het gewone timmerwerk heeft behoord. Constructie en uitvoering zullen dan ook hier eenvoudig zijn geweest. Gegevens ontbreken echter volledig. Van de verdere inrichting van de kerkruimte in 1672 is alleen bekend dat er, naast de kandelaar voor de preekstoel, nog één gekocht werd: „Voor een tinne inktkoker, kopere kandelaer en snuyters voor de kerke 0-13-0." (f 3,90) Als verlichting voor de kerk is dat natuurlijk volstrekt onvoldoende, maar we moeten bedenken dat lang niet alle kerken in die tijd van verlichting waren voorzien. (61) Het laatste onderdeel van de oorspronkelijke kerkinrichting, de luidklok, is ook in de afrekening verantwoord: „Gegeven aan Sr.Oftcns, te Rotterdam wonende, voor een nieuwe klokke van 146 p., de somme van 19-10-4." 117,10) Genoemde leverancier was Pieter Ostens, 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 70