Afbeelding 50. Vernield rozetanker aan de noordgevel de topgevel door een rollaag, of het vernieuwen van een reeds aanwezige afdekkende rollaag. Hierbij moet overigens ook bedacht worden dat de notulist geen deskundige op het gebied van de bouw was, maar schoolmeester te Nieuwdorp, waardoor zijn beschrijving van technische zaken mogelijk niet geheel nauwkeurig is. Absolute zekerheid over de precieze vorm van de topgevel vóór 1894 bestaat niet. Als we de aangehaalde tekst uit dat jaar anders interpreteren en genoemd lijstwerk een rechte vorm toedenken, (109) had de topgevel mogelijk dezelfde vorm als bijvoor beeld de in Waterstaatsstijl gebouwde Nieuwe Kerk in Den Helder (klokgevel met rechte boven- afdekking). Het is ook mogelijk dat met het „lijstwerk" van de voorgevel de omtimmering van het deurkozijn werd bedoeld. Ander werk betreffende het uiterlijk van de kerk was het bij gedeelten bepleisteren van de buiten gevels. In de rekening over 1895 is daarvan het eerst sprake: er is een uitgave van 82,57^ verant woord voor „timmer- en cementwerk" aan de kerk. (110) Welke muurgedeelten toen bepleisterd werden is niet bekend. In 1898 werd besloten tot „het cementen van den muur tot aan de ramen". Aan de zuidzijde moest de muur ook gedeeltelijk bepleisterd worden. (111) Bij de restauratie in 1917 werd het onderste gedeelte van de voorgevel op dezelfde wijze als dat der zijgevels (als imitatie-natuursteenblokken) bepleisterd. Toen is aan de achtergevel en een deel der zijgevels ook pleisterwerk in de vorm van imitatie-metselwerk aangebracht. Van meer belang dan het uiterlijk aanzien, was de constructie van de kerk. Door de ingreep van 1888 was deze slecht geworden. Al in 1903 verzekerde een deskundige de predikant „dat als men den slechten toestand der zijmuren kende, men geen godsdienstoefening zou durven houden in de kerk." (112) Besloten werd toen een nader onderzoek te laten instellen. De voorzitter van de kerkvoogdij opperde in 1906 het voorstel aan de „Generale Kas" steun te vragen voor het bouwen van een nieuwe kerk. Dat gaf nogal wat discussie, waarbij de predikant, ds. M. ten Broek, de vraag stelde „waar de kerk te plaatsen, te 's-Heerenhoek of te Nieuw- 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 97