Het belangrijkste werk aan de muren was het metselen van twee steunberen tegen de achtergevel,
de nummers III en V van afb. 15. Daarnaast werden voor- en achtergevel voorzien van een
gepleisterde borstwering met blokverdeling zoals aan de zijgevels al aanwezig was. en werd het
aanwezige cementwerk boven de borstwering aan achter- en zijgevels vervangen door een nieuwe
bepleistering ,,als restauratiesteenwerk in cementspecie met bijgevoegde steenkleur en ingesneden
voeg." Voorts werden de funderingen aan de buitenzijde met cementspecie bepleisterd en daarna
geteerd, werd het voeg- en pleisterwerk gerepareerd en werd de muurplaat van de achtergevel
opnieuw ondermetseld. Op het dak werd een schoorsteen gemetseld.
De reparaties aan het dak bestonden voornamelijk uit het vernieuwen van een deel van de muurplaat
met het daarboven liggende dakbeschot en het herstellen en gedeeltelijk vernieuwen van de
dakgoten. Van de dakruiter werd de buitenbetimmering met zinken bekleding en het ..toren
zoldertje" vernieuwd. Verder werd de dakruiter met 4 ..hangijzers" aan de kapconstructie ver
ankerd. Boven het kerkdak, ter hoogte van de ballustrade, werd de dakruiter bovendien verstevigd
door het aanbrengen van vier ijzeren dwarsstaven. die op afbeelding 47 te zien zijn.
Van de herstellingen aan het overige buitenwerk waren de belangrijkste: het inkorten van de voor
deuren met 3 cm, het vernieuwen van de afdekplaat op de regenbak, het aanleggen van de riolering
en het geheel vernieuwen van één raam. Tenslotte werd alle buitenschilderwerk op hout vernieuwd
en werd ook de gepleisterde borstwering geschilderd.
Na de restauratie werd boven de toegangsdeuren een steen met de tekst van Psalm 100:3 (berijming
1773) ingemetseld. De kerk zag er nu weer gaaf uit; daarvan getuigen zowel de foto's die men
liet maken, als de aantekening die de predikant in het aktenboek van de kerkeraad schreef en die
als bijlage 6 is opgenomen.
Afbeelding 51. Foto van de steen boven de toegangsdeur die bij de restauratie in 1917 is aangebracht.
97
