6. INTERIEUR EN INVENTARIS In de liturgie van de kerken der Reformatie staat de verkondiging van het Woord centraal. Het belangrijkste onderdeel van een protestants kerkinterieur is dan ook de preekstoel. Rond de preekstoel staat het doophek dat het liturgisch centrum, de zogenaamde tuin, afsluit van de toe hoordersruimte in de kerk. Rond de tuin staan banken voor de kerkeraad. In veel gevallen zijn er in de kerk ook vaste banken voor de burgerlijke overheid. De overige ruimte, al dan niet voorzien van stoelen en/of banken, dient als plaats voor het „gewone" kerkvolk. De hier heel in het kort geschetste kerkindeling is eeuwenlang op alle gereformeerde (hervormde) kerken van toepassing geweest. (1) In de laatste decennia is op veel plaatsen de traditionele indeling drastisch gewijzigd, wat uit historisch oogpunt te betreuren valt, maar met het oog op de veranderde opvattingen over de liturgieviering alleszins verklaarbaar is. (2) Die ontwikkelingen gedurende de laatste halve eeuw zijn, door vermindering en uiteindelijk staken van het gebruik, aan onze kerk voorbij gegaan. Omdat het interieur van de kerk zoals dat waarschijnlijk na de bouw in 1672 is geweest al beschreven is in hoofdstuk 4, zal de behandeling in dit hoofdstuk zich in hoofdzaak beperken tot de wijzigingen die sindsdien zijn aangebracht. Van het interieur zijn weinig oude foto's bekend. De oudste is een ansichtkaart van omstreeks 1905 (afbeelding 54) waarop het portaalschot met de galerij en het orgel zijn afgebeeld. (3) Een tweede oude interieurfoto dateerd van 1917 toen de kerk werd gerestaureerd, waarbij onder andere alle Afbeelding 54. Interieur met galerij en orgel, c. 1905. 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 103