9. SAMENVATTING EN CONCLUSIE 's-Heerenhoek. in het begin van de zeventiende eeuw onstaan, maakte samen met 's-Heer Arends- kerke, Heinkenszand en Ovezande deel uit van de „vier gemeene ambachten". Vallend onder gezamenlijk ambachtsheerlijk bestuur en aanvankelijk ressorterend onder Heinkenszand, verkreeg het in 1671 een eigen dorpsbestuur van schout en schepenen. De bestuurlijke zelfstandigheid van het dorp duurde tot 1 januari 1970, toen 's-Heerenhoek deel werd van de nieuwe gemeente Borsele. De ontwikkeling van het aantal inwoners is door de eeuwen heen zeer geleidelijk geweest: van een aantal van naar schatting ruim 300 in 1750 tot circa 1730 nu. Daarvan was in het begin het grootste gedeelte gereformeerd met een kleine katholieke minderheid. Tot het midden van de achttiende eeuw bleef dit zo en week de samenstelling van de bevolking qua geloof niet principieel af van die der andere dorpen op westelijk Zuid-Beveland. Gestimuleerd door het feit dat talrijke boerde rijen in en om 's-Heerenhoek eigendom werden van katholieke boeren, kwam in de tweede helft van de achttiende eeuw een verandering op gang die via een geleidelijke ontwikkeling en in samen hang met een teruggang van het aantal hervormden, in de twintigste eeuw zou leiden tot een sterke numerieke overheersing door de katholieken. Binnen de Hervormde gemeente, die ook Nieuwdorp omvatte, werd de teruggang van het aantal lidmaten in 's-Heerenhoek gecompenseerd door groei in Nieuwdorp, waardoor het zielental van de kerkelijke gemeente als geheel per saldo gelijk kon blijven, maar het zwaartepunt van de gemeente zich na 1830 steeds meer naar Nieuwdorp verplaatste. Het is vooral in het licht van die ontwikkeling dat de geschiedenis van het kerkgebouw van de Nederlandse Hervormde gemeente in 's-Heerenhoek moet worden beschouwd. Omdat 's-Heerenhoek in het begin vanuit Heinkenszand werd bestuurd, viel het ook kerkelijk onder dat dorp. Door toename van de bevolking ontstond in 1655 het initiatief van een viertal inwoners om tot een eigen kerkelijke gemeente te komen.Het resultaat was dat 's-Heerenhoek in 1657 kerkelijk van Heinkenszand werd afgescheiden en een eigen vaste predikant kreeg. Aanvankelijk kerkte men in een boerenschuur wat de nodige bezwaren opleverde en welke schuur bovendien te klein werd voor het groeiend aantal kerkgangers. Oorzaak van die groei was onder andere de voortschrijdende landaanwinning in westelijk Zuid-Beveland, en het in samenhang daarmee tot ontwikkeling komen van Nieuwdorp, dat bestuurlijk onder 's-Heer Arendskerke hoorde maar kerkelijk bij 's-Heerenhoek werd gevoegd. De tweede predikant van de gemeente, ds. Elias Surendonck, nam direkt na zijn komst in 1668 het initiatief tot het bouwen van een eigen kerk. Een jaar later brandde een groot deel van 's-Heerenhoek af, waarbij de schuur waarin werd gekerkt gespaard bleef. In het voorjaar van 1672 was voldoende geld bijeen gebracht voor het realiseren van de bouwplannen, waarmee men dan ook direkt begon: al in augustus van hetzelfde jaar was de kerk gereed. De bouw van de kerk valt op het eind van een periode waarin veel nieuwe kerken in Zeeland tot stand kwamen. Onder de 34 protestantse kerken die in de zeventiende eeuw in Zeeland verrezen, waren 28 zaalkerken. Daarvan waren er 14 van het type s-Heerenhoek: rechthoekige zaalkerk met vierzijdig schilddak en dakruiter in het midden, waarmee dit het meest gebouwde kerktype in de zeventiende eeuw in Zeeland was. De vormgeving van de dakruiter sluit goed aan bij die van 153

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 155