JOHN HELSLOOT De manier waarop het ,,volk" zijn vrije tijd doorbracht of zich vermaakte was in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw voor velen een voorwerp van aanhoudende zorg. In verschillende plaatsen ontstonden in de jaren zestig en zeventig verenigingen die zich de ,,de veredeling van het volksvermaak" ten doel stelden. Eén van deze plaatsen was ook Goes, waar in 1867 de Vereeniging tot het regelen en bevorderen van Volksvermaken te Goes het licht zag. De oprichters beoogden ,,het volk door gepaste uitspanning en feestelijke bijeenkomsten, aangenaam en zoo nuttig mogelijk bezig te houden, opdat de smaak voor het goede en schoone aangewakkerd worde en ieder in de gelegenheid zij, om nu en dan een betamelijke uitspanning te genieten" (3). Nadat de vereniging enkele muziek- en toneelavonden had georganiseerd, een tentoonstelling, en een feest ter gelegenheid van de verjaardag van de koning, werd op de bestuurs vergadering van 18 november 1868 voorgesteld een St. Nicolaasfeest te houden. Dit plan vond bijval en sindsdien werd door de vereniging gedurende bijna een kwart eeuw nagenoeg jaarlijks een St. Nicolaasfeest georganiseerd. Wat waren dat voor feesten, hoe pasten deze feesten in de doelstelling van de vereniging, wie namen er aan deel en was dit het publiek dat de vereniging beoogde te bereiken? De St. Nicolaasfeesten van de Vereniging voor Volksvermaken De St. Nicolaasfeesten van Volksvermaken verschilden in enkele opzichten van wat wij nu een Sinterklaasfeest zouden noemen. Ze vielen nooit op 5 december die avond bleef blijkbaar bestemd voor de huiselijke Sinterklaasviering maar op een dag daarvoor of daarna, tot zelfs 13, 15 en 16 december toe. De feesten begonnen meestal om zeven uur 's avonds en duurden tot omstreeks middernacht. Ze waren bestemd voor volwassenen, al waren er soms ook wel kinderen aanwezig. Ze werden, min of meer afwisselend, gegeven in een van de drie grotere zalen die Goes telde: het Slot Ostende, de sociëteit Van Ongeneuchten Vrij en de Prins van Oranje. En ze verliepen volgens een tevoren opgesteld programma. De band met Sinterklaas is daarin, althans naar huidige opvattingen, ver te zoeken. Gedurende de 25 jaar dat de feesten gegeven werden is de figuur van St. Nicolaas slechts drie keer ter sprake gekomen. Toen het feest voor het eerst gehouden werd, opende de voorzitter de avond met ,,een korte lezing over den persoon van Sint Nicolaas en diens feest" (4). Het jaar daarop deed hij dat opnieuw. En in 1878 werd tijdens de feestavond Een Sint-Nicolaassprookje, ,,gelegenheidsschets in één bedrijf" opgevoerd, overigens niet eens het hoofdnummer van het programma (5). Het karakter van het Sinterklaasfeest als „pakjesavond" wordt nog het dichtst benaderd door de jaarlijks gehouden tombola. Uit de programma's van de St. Nicolaasfeesten blijkt dat ze eigenlijk het karakter hadden van cultu rele avonden, waarop men kon luisteren naar een dramatische of komische voordracht, naar een toneelstukje kon kijken, of kon luisteren naar zang en muziek. Het programma werd onderbroken of beëindigd met het houden van de tombola. Ik heb me afgevraagd of er in de 25 jaar dat de St. Nicolaasfeesten werden gehouden iets in de programma's is veranderd, of er vaste en veranderende onderdelen waren. Het blijkt dat de tombola een onmisbaar element vormde van deze feesten. Het groeide uit tot het hoofdnummer van het feest. ,,Het St. Nikolaasfeest van Volksvermaken zonder tombola is niet meer denkbaar. zeker is het dat deze bij voortduring de great attraction" der vereeniging genoemd kan worden" (6). Het aantrekkelijke van de tombola bestond blijkbaar hierin dat mensen op hun lot soms de meest vreemde prijzen kregen. Dit gaf steeds aanleiding tot grote hilariteit. 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 102