SINT NICOLAASFEESTEN IN GOES, 1868-1892 discussie verliep langs weliswaar enigszins vage, maar toch herkenbare politieke scheidslijnen. De liberalen waren vooral voorstander van het St. Nicolaasfeest terwijl hun tegenstanders, de anti revolutionairen, daar tegen waren en de viering van het kerstfeest propageerden. Wanneer men dan weet dat in het algemeen de ijveraars voor de veredeling van het volksvermaak en ook de meeste bestuursleden van de Vereniging voor Volksvermaken liberalen waren, dan is de voorkeur voor de benaming St. Nicolaasfeest voor een winterfeest niet geheel onbegrijpelijk. De vraag dringt zich wel op welke respons dit feest kreeg in de Goesse samenleving. De bezoekers van de Sint Nicolaasfeesten van Volksvermaken Op een enkele hieronder te bespreken uitzondering na waren de St. Nicolaasfeesten alleen toe gankelijk voor de leden van de Vereniging voor Volksvermaken. Deze kwamen op nagenoeg alle avonden in groten getale op. Er zijn aanwijzingen dat meer dan de helft of zelfs tweederde van het aantal leden van de vereniging op deze feestavonden aanwezig was. Hoe moeten we ons dit publiek voorstellen? Wat voor soort mensen zaten er in de zaal tijdens de St. Nicolaasfeesten? Omdat in het archief van de vereniging de ledenboeken bewaard zijn gebleven, althans vanaf 1876, is het mogelijk daar een antwoord op te geven (11). Met behulp van het bevolkingsregister en van belastinggegevens, het kohier van de hoofdelijke omslag, kunnen uiteraard met een marge van onnauwkeurigheid, omdat het aanzien van mensen niet altijd hoeft samen te gaan met hun beroep of de hoogte van hun belastingaanslag, de leden sociaal-economisch in kaart gebracht worden. Combineert men gegevens daarover met enkele uitspraken uit de tijd zelf over de maatschappelijke verhoudingen in Goes (12), dan is in het ledenbestand een sociale driedeling aan te brengen. Kijkt men vervolgens naar enkele peiljaren (1882, 1887, 1892), dan tekent zich een globale ontwikkeling af. De middengroepen, de zogenaamde burgerij", en daarbinnen weer de winkeliers, kooplieden, ambachtslieden, en dergelijke, nemen binnen de vereniging een dominante positie in. Zij maken de helft van het aantal leden uit. Terecht beschouwde de Goessche Courant ,,de zogenaamde burgers van Goes" als „de kern van de Vereeniging voor Volksvermaken" (13). Hun aandeel neemt gedurende deze jaren gemeten in absolute getallen af, maar blijft procentueel vrijwel gelijk. Ook het aantal leden uit de bovenlaag van de „volksklasse" en uit de „gegoede stand" neemt af. Het aandeel van de gegoeden, en in het bijzonder van ambtenaren en vertegen woordigers van de vrije beroepen, stijgt echter enigszins, terwijl dat van de volksklasse bijna over eenkomstig afneemt. Opmerkelijk is dat er geen mensen lid van Volksvermaken waren, dat wil zeggen geen vol wassenen, die niet in de belasting werden aangeslagen. In de tijd zelf vond men dat blijkbaar ook opvallend, want in 1887 werd besloten om ,,bij het aanstaande St. Nicolaasfeestnaast den traditi- oneelen feestavond voor de leden der vereeniging, een afzonderlijk feest voor het volk te geven", en wel met het argument, ,,om aan Volksvermaken nog méér het karakter te geven van volks vermaken" (14). Dat wil zeggen, het volk mocht aanwezig zijn op de algemene repetitie, voorafgaande aan het feest voor de leden. Er zou een tombola met een klein aantal prijzen gehouden worden. Blijkbaar viel dit plan bij een aantal leden niet in goede aarde. Want de voorzitter moest benadrukken: ,,De leden hoefden niet bang te zijn, dat de gelden voor het volksfeest aan hun feest waren onttrokken, want het bestuur was toch in de gelegenheid geweest evenveel prijzen te kopen als andere jaren (15). Al was dit St. Nicolaasfeest voor het „volk" een succes er kwamen 300 mensen op af het werd, om financiële redenen, niet herhaald. 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 105