SINT NICOLAASFEESTEN IN GOES. 1868-1892 aarzeling om. daartoe uitgenodigd, te komen dansen in de chique sociëteit Van Ongeneuchten Vrij. De Goessche Courant begreep dat niet en schreef over: ,,het dwaze vooroordeel aan de eene zijde en misplaatste trots aan den anderen kant De burgerklasse beginne met haar valsch begrip te laten varen dat zij niet behoort waar de zogenaamde heeren zijn. De plaats der burgers is wel degelijk waar zij recht hebben van de komen, en zij houden zich overtuigd dat zij met sympathie zullen worden begroet door hen, die zich er zich volstrekt niet op laten voorstaan dat zij hooger in stand zijn" (26). Ik denk dat uit deze voorbeelden niet zozeer schroom als wel de aanwezigheid van een toenemend gevoel van eigenwaarde bij de burgerij blijkt. Het lijkt me aannemelijk dat economische omstandigheden daar aanleiding toe hebben gegeven. De plaatselijke economie was, zoals A.L. Kort in enkele artikelen in dit tijdschrift heeft laten zien, bijna geheel afhankelijk van de ontwikkelingen in de landbouw op Zuid-Beveland. Goes vervulde een verzorgende functie voor het omringende platteland. De stad telde enige honderden winkels of winkeltjes. In de tweede helft van de 19e eeuw ging het goed met de landbouw en vanaf het eind van de jaren zestig en in de eerste helft van de jaren zeventig nam die welvaart nog toe. De burgers, de winkeliers, moeten in deze jaren goede zaken gedaan hebben. In 1877 kwam aan deze periode van bloei plotseling een einde met de bekende agrarische crisis, die tot omstreeks 1900 zou duren. De jaren tachtig en negentig waren zeer slechte jaren voor de Goese economie. De mentaliteit van de burgers is door deze crisis waarschijnlijk verhard. In het begin van de jaren zeventig zullen zij het prettig en strelend voor hun eergevoel hebben gevonden om met de maatschappelijke bovenlaag tijdens het St. Nicolaasfeest in één ruimte te zitten. Aan het eind van de jaren zeventig moeten er aarzelingen zijn opgetreden in deze houding. Men voelde zich in ieder geval te goed om nog door de „heeren" getracteerd te worden. De econo mische achteruitgang had het gegroeide zelfbewustzijn van de burgers kunnen fnuiken, maar dat gebeurde niet. Een weg terug was er blijkbaar niet. Het groepsbesef werd veeleer versterkt. Dit uitte zich in het aanscherpen van de grens met de lagere sociale groepen, die door de crisis enigszins doorlaatbaar was geworden. De maatschappelijke bovenlaag reageerde, zoals gezegd, omgekeerd op de crisis. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij zich gingen ergeren aan de pretenties van de burgerij. Wilden de burgers hen niet bevestigen in het primaat van hun maatschappelijke positie en het daaraan verbonden prestige, dan kozen zij daarvoor wel de laag onder de burgerij uit. De maatschappelijke onrust in de jaren tachtig en de behoefte daaraan op enigerlei wijze het hoofd te bieden zullen daarbij eveneens meegespeeld hebben. De ouders van arme kinderen konden in deze moeilijke jaren niet anders dan dankbaar zijn voor hetgeen hun kinderen ontvingen op de St. Nicolaasfeesten op de scholen. Pogingen om de Vereniging voor Volksvermaken meer voor het „volk" te laten doen, werden door de burgers getraineerd. Toen dit verzet vruchteloos bleek, vertrokken zij uit de vereniging. Ogenschijnlijk was het een overwinning van de bovenlaag maar de gegoeden bleven nu als het ware met lege handen achter. De St. Nicolaasfeesten waren dan wel afgeschaft, maar de burgerij trok aan het langste eind. Zonder haar steun moest de Vereniging voor Volksvermaken opgeheven worden. De burgerij was als maatschappelijke kracht niet meer weg te denken. St. Nicolaasfeesten elders in het land Tot slot wil ik heel kort de vraag beantwoorden inhoeverre de Goese St. Nicolaasfeesten uniek zijn of deel uitmaken van een landelijk patroon. Ik heb daarvoor rond 5 december gekeken in kranten van een aantal andere plaatsen in deze periode. Feesten als die van de Goese Vereniging voor Volksvermaken ben ik niet tegengekomen. Wel bestaat er op St. Nicolaasavond een ruim aanbod aan optredens van allerlei variété-artiesten en van in zalen en cafés gehouden dansavonden. Van 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 111