JOHN HELSLOOT dergelijke vermakelijkheden maakt bijna nergens een tombola deel uit. Uit advertenties blijkt daarentegen dat die, in ander plaatsen, wel als attractie aanwezig was in bepaalde categorieën winkels, zoals kantoorboekhandels, banketbakkerijen, sigaren- en speelgoedwinkels. Het Goese comité voor de viering van een St. Nicolaasfeest voor arme schoolkinderen past wél in een landelijk patroon. Het enige wat men kan zeggen is dat dit comité in Goes betrekkelijk laat is opgericht. Een verklaring ligt misschien in het feit dat in andere plaatsen de St. Nicolaasfeesten aangewend werden om trouw schoolbezoek te belonen. In Goes bestond, met een gelijke doelstelling, al sinds 1870 het Comité tot Wering van Schoolverzuim. Dit comité beloonde de kinderen niet met een Sinterklaasfeest, maar met een feest in de zomer. Samenvattend: de verschillende Goese St. Nicolaasfeesten pasten min of meer - in het kader van hun tijd. Noten Graag dank ik de gemeentearchivaris van Goes, de heer L.J. Abelmann, en zijn medewerkers A.J. Barth en F.H. de Klerk voor de hulp die zij hebben geboden bij het beschikbaar stellen van stukken. 1. Goese Crt. (voortaan G.Crt.) 20-2-1890. 2. Dit artikel is een bewerking van een artikel verschenen in het Volkskundig Bulletin 13 (1987), p. 201-249. Het maakt deel uit van een promotieonderzoek, begeleid door prof.dr. W.Th.M. Frijhoff, naar feesten, ontspanning en vermaak in Goes tussen 1867 en 1897. 3. G.Crt. 12-2-1867. 4. Arch. Volks vermaken, inv.nr. 1, Notulenboek (voortaan Nb), vergadering (voortaan verg.) van 3-12-1868, vgl. G.Crt. 8-12-1868. 5. G.Crt. 5-12-1878. 6. G.Crt. 13-12-1890, 11-12-1884. 7. Arch.Volksvermaken, inv.nr. 3, Nb., verg. 15-11-1890. 8. G.Crt. 12-11-1867. 9. Arch.Volksvermaken, inv.nr. 12, Programma van de Feestelijkheden [enz], p.5. 10. Zie daarvoor A.J. Dekker, De opkomst van kerstboom en kerstviering in Nederland (ca. 1835-1880). Volkskundig Bulletin 8 (1982), p. 165 171. 11. Arch. Volks vermaken, inv.nrs. 29-32. 12. In de maatschappelijke bovenlaag maakte de Goese arts A.P. Fokker een onderscheid tussen ,,de gegoede klasse" en ,,de burgerij". Van de eerste groepering maakten naar zijn opvatting beoefenaren van de vrije beroepen deel uit, zoals predikanten, artsen en notarissen. Als de burgerij zag hij .winkeliersherbergiers, ambachtsbazen en dergelijke, die niet tot den gegoeden stand kunnen gerekend worden, ofschoon zij dikwijls finantieel beter dan deze gesitueerd zijn. Als karakteristiek teken dezer klasse kan men aannemen dat zij zich zeiven niet tot ,de Heerenrekenen en alleen des Zondags een cylinderhoed dragen A.P. Fokker, De volksvoeding in Zeeland. Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, 2e afdeeling, 1877, p. 217, 229. Tot de „lageren" werden de „kleine burger en de handwerksman" gerekend, vgl. G.Crt. 20-11-1873. Zij waren als „meer- gegoedên uit de volksklasse" te onderscheiden van de „minvermogenden" uit dezelfde laag, G.Crt. 15-9-1874. 13. G.Crt. 13-7-1880. 14. G.Crt. 29-11-1887 en arch.Volksvermaken, inv.nr. 3,NB, verg. van 12 11-1887. 15. G.Crt. 10-12-1887. 16. G.Crt. 12-11-1867. 17. Resp.G.Crt. 29-7-1875; arch.Dept.Goes Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, inv.nr. 25; arch.Volksvermaken, inv.nr. 5, jaarverslag 1883/84. 18. Resp. Arch. Dept. Goes Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, inv.nr. 25; arch. Volks vermaken, inv.nr. 3, Nb, verg. van 2-8-1890. 19. G.Crt. 14-5-1872 en „Regelment" van de vereniging, Relatieven notulen gemeenteraad 1872, nr. 356. Ik dank F.H. de Klerk voor de verwijzing naar dit stuk. 20. Arch.Volksvermaken, inv.nr. 5, jaarverslag 1883/84. 21. Arch. Volks vermaken, inv.nr. 2, Nb, verg. van 8-8-1878. 22. Zie resp. arch.Volksvermaken, inv.nr. 3, Nb, verg. van 9-5-1887. 23. Resp. G.Crt. 2-6-1883 en 27-10-1883. 24. G.Crt. 8-2-1890. 25. Resp. G.Crt. 21-8-1875 en 10-10-1891. 26. Resp. G.Crt. 19-10-1875 en 2-9-1879. 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 112