TUSSEN STAD, STATEN EN STADHOUDER 53. Vroedschapsresolutie 26 juni 1751, GAG, ASG. inv.nr. 30, resoluties 1749 mrt. 1-1752 aug. 26 en vroedschapsresolutie 9 mei 1789, GAG, ASG. inv.nr. 40, resoluties 1788 jan. 1-1791 dec. 31. In 1706 kreeg Adriaen Vogel voor de bediening van het schoutambt jaarlijks 10 pond 10 schell. Dit hoge bedrag vertekent echter het normale beeld omdat hij jaarlijks maar liefst 20 pond moest afdragen aan de op zijn verzoek eervol ontslagen schout Dryewege. 54. RAZ, RSZ. 18 jan. 1585. 55. Vroedschapsresolutie 6 feb. 1629, GAG, ASG. inv.nr. 10, resoluties 1614 feb. 2-1634 juni 20. 56. GAG, ASG. inv.nr. 8. 57. GAG, ASG. inv.nr. 7, Klappertje op het Groot Privilegieboek, fol. 54. Van Mieris, Groot Charterboek IV, 237. 58. Ook in de Friese steden Leeuwarden en Franeker zorgden de magistraten op een vergelijkbare manier voor de eigen aanvul ling. In Amsterdam benoemde men zijn eigen burgemeesters. S. Groenveld, H.L.Ph. Leeuwenberg, M.E.H.N. Mout en W.M. Zappey, De kogel door de kerk De Opstand in de Nederlanden 1559-1609 (Zutphen 1983) 192. 59. Vroedschapsresolutie mei 1610, GAG, ASG. inv.nr. 9, Resoluties 1594 mei 26-1614 jan. 19. 60. GAG, ASG. inv.nr. 10, fol. 135v, 3 feb. 1629. 61. Vgl. bv. Den Haag, Gouda en Haarlem. J.A.F. de Jongste, Onrust aan het Spaarne. Haarlem in de jaren 1747-1751 (Haarlem 1984), 67. 62. RAZ, RSZ. 9 nov. 1673 en 29 mei 1704. 63. Reglement op het stadsbestuur, 6 juni 1720, GAG, ASG. inv.nr. 739. 64. Vgl. De Jongste, Onrust aan het Spaarne, 55-64. J. de Jong, Een deftig bestaan. Het dagelijks leven van regenten in de 17de en 18de eeuw (Utrecht-Antwerpen 1987) 100-105. 65. Al in 1651 had Goes aan de Staten van Zeeland het recht gevraagd om voortaan zelf de baljuw te mogen benoemen. Piccardt, Geschiedenis der stad Goes, 81. 66. Over Gerard van Uytwijck zie L.J. Abelmann, ,,De korte maar roerige carrière van een Goese baljuw", in: HJZNB 1983, 7-15. 67. Stukken over het conflict tussen burgemeesters en schepenen en baljuw Adriaen Vogel, 1716, 1718, GAG, ASG. inv.nrs. 3543 en 3544. RAZ. RSZ, 17 mei en 19 mei, 1 en 17 nov. 1718. 68. F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, zijnde een vervolg op P. de la Rue: Geletterd, staatkundig en heldhaftig Zeeland I (Middelburg 1886), 63. 69. De Vos, Vroedschap van Zierikzee, 79-80. 70. Van Nierop, Van ridders tot regenten, 51. 71. Vgl. de titel bij Van der Bijl, Idee en interest. Roorda, Partij en factie. Roorda, „Regentenstand in Holland". Van Dijk, „Goes in de patriottentijd", in: Spiegel der Historie 2/3 (1969), 49-137. A.M. Wessels, Zeeland in de patriottentijd (Goes 1974) 99-117. 72. De schoonvader uit Michiel van Baerlands tweede huwelijk was Cornelis Matthijs van Campen, schepen van Goes van 1596 tot 1598 en overgrootvader van Pieter. 73. Toevallig, maar daarom niet minder opmerkelijk, is het feit dat deze Johan van Banchem de vader zou worden van de meest beruchte van alle baljuwen tijdens de Republiek: Johan van Banchem, baljuw van 's-Gravenhage 1672-1676. Over hem: Van den Bergh, ,,De baljuwen", en Ossewaarde en Van Kersbergen, Het Haagse baljuwsambt 1586-1795. 74. J. de Witte van Citters, Contracten van correspondentie en andere bijdragen tot de geschiedenis van het ambtsbejag in de Republiek der Vereenigde Nederlanden ('s-Gravenhage 1873) I. 75. GAG, ASG. inv.nr. 12, fol. 102v, vroedschapsresolutie 24 juni 1650. 76. Gedrukte „notificatie van burgemeesters en schepenen", 21 dec. 1656, RAZ, verz. Verheye van Citters, inv.nr. 69b. 77. GAG, ASG. inv.nr. 736. Zie ook R. Fruin, „Correspondentien te Middelburg en te Goes", in: Bijdragen en mededelingen van het Historisch Genootschap 26 (1905) 161-237, aldaar 235-237. 78. Roorda, Partij en factie, 233-234. 79. A.W.E. Dek, „De genealogie van de familie Eversdijk", in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1973. Werkgenealogie van de fam. Eversdijk aanwezig in het GA Goes. 80. Zie bijlage 2. 81. Piccardt, Geschiedenis der stad Goes, 86. 82. ARA Den Haag, Archief mr.L.P. van de Spiegel, inv.nr. 565. 83. GAG, ASG. inv.nr. 736. 84. Ampliatie op het vierde artikel van het akkoord van vriendschap, 17 feb. 1741, RAZ, Verz. handschriften, inv.nr. 1053. 85. Stadhouder Willem IV maakte van zijn aanwezigheid in Middelburg gebruik om bepaalde lopende zaken af te ronden. Zo bekrachtigde hij op dezelfde dag dat de Zeeuwse contracten van correspondentie werden verboden, de benoeming van zijn partijganger mr. Nicolaas Eversdijk tot baljuw van Goes. RAZ, RSZ, 15 juni 1751. 86. Vgl. F. van Dijk, „Goes in de patriottentijd", in: Spiegel der Historie 2/3 (1969) 49-137, aldaar 68-73. 87. Van Dijk, „Goes in de patriottentijd", 93 e.v. A.M. Wessels, Zeeland in de patriottentijd (Goes 1974) 99-117. Nederlands Patriciaat VII (1916) 296-298. 88. GAG, ASG. inv.nr. 2400 f. 5verso gedateerd 8 april 1789. 89. Rijksmuseum Meermanno Westreenianum Den Haag, Verzameling handschriften inv.nr. S 102, portefeuille III, bevattende twee brieven en bijlagen van Mr. Johannes Pols, 1811. 90. Nederlands Patriciaat I (1911) 14-17. 91. Nederlands Adelsboek (1941) 66-78. 92. GAG, ASG. inv.nr. 3544, 17 mei 1718. 93. Stukken betreffende het verkiezen van hervormde magistraatsleden in plaats van rooms-katholieke en het afzetten van baljuw De Witte, 16091610, GAG, ASG. inv.nr. 733. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 39