DE STRIJD TEGEN HET WATER IN ZEELAND BEWESTEN SCHELDE TUSSEN 1530 EN 1532 Raad van Mechelen, en Lambert van Briarde, rekestmeester, op inspectiereis naar Zeeland. De heren vertrekken direct en het spreekt vanzelf dat hun rapport, dat zij na hun terugkeer in Mechelen al op 18 november aan de landvoogdes overhandigen, een bron van grote waarde is voor onze kennis van de situatie in Zeeland gedurende de eerste twee weken na de vloed. Ook Le Cocq en Briarde reppen nergens in hun verslag over te betreuren mensenlevens en dit spreekt te meer, daar zij wel onder de indruk zijn van de dode beesten, die zij overal zien drijven. De reactie in de verschillende delen van Zeeland op de ramp is geheel verschillend. Op veel plaatsen wordt hard gewerkt door de bevolking om de gaten te dichten, maar in de watering van Beoosten Yerseke doet men niets en in Zierikzee moeten de afgezanten van de landvoogdes de magistraat, .fort perplex et désolé et en petitte obédience" (11), zelfs helpen met het opstellen van ordonnanties, die alle inwoners, mannen en vrouwen, verplichten aan de dijk te gaan werken, en diefstal van materiaal en gereedschap voor het dijkherstel strafbaar te stellen. Twee personen worden door de afgezanten hogelijk geprezen. Cornelis Jansz. Schravelinck, dijkgraaf van Bewesten Yerseke, ,,qui s'est partout merveilleussement emploié" (12), en Adolf van Bourgondië, heer van Veere, die in de eerste dagen door zijn lichamelijke arbeid zeer inspirerend op het volk heeft gewerkt. Maar ook de Middelburgse happy few" schuwt het lichamelijk werk niet. Als Le Cocq en Van Briarde samen met Adolf van Bourgondië op 12 november, precies een week na de vloed, in een bootje van Veere over de ingezaaide korenvelden van Walcheren naar het grote gat tussen Middelburg en Arnemuiden zijn gevaren, zien zij daar Adolf Herdinck, rentmeester van Bewesten Schelde, Maximiliaan van Bourgondië, abt van OLV, de burgemeesters en de andere leden van de magistraat allen aan het werk: mectans chacun la main a l'euvre" (13). Geheel zonder strubbelingen verloopt het massale werk overigens niet. In Middelburg krijgen de afgezanten te horen dat op twee van de mooiste dagen van de eerste week niet aan het dichten van het gat gewerkt is, omdat drie boeren de overige geërfden hebben opgestookt met hun idee dat niet het gat dicht moet, maar dat de monding van de haven van Middelburg dient te worden afgesloten. En nog is dit idee niet uit de wereld, zodat de afgezanten dringend wordt gevraagd ook zondag 13 november te willen blijven en persoonlijk aanwezig te willen zijn op het werk, ,,pour éviter inconvénient du peuple 14)Zo verblijven de hoge regeringscommissarissen inderdaad de gehele zondag bij het gat en zijn er getuige van dat 's avonds tussen 7 en 8 uur de dijk is gedicht. De volgende dag worden zij in Bewesten Yerseke van een soortgelijk voorval op de hoogte gesteld. Daar bestond vanouds het onderscheid tussen de Binnenwatering en de Buitenwatering, waarbij de parochies van de Buitenwatering wel met de Binnenwatering meebetaalden, maar niet onder het gezag van de dijkgraaf stonden als hebbende elk hun eigen ambachtsheerlijke dijkgraaf. Als de regeringscommissarissen aankomen, vernemen zij dat er al hard gewerkt is om het grote gat bij Kattendijke te dichten en dat de stad Goes op haar kosten 100 beroepsdijkwerkers betaalt, maar dat vier geërfden van Wemeldinge met alle geweld op een andere manier te werk willen gaan als de dijkgraaf Schravelinck. Volgens deze had het gat al vier dagen geleden dicht kunnen zijn, terwijl het nu zelfs 6 of 7 vadem dieper is geworden. Maar hij kan geen gezag uitoefenen over de weerspannige geërfden, die niet de eersten de besten geweest zullen zijn, omdat Wemeldinge tot de Buitenwatering behoort. De leden van de Goese magistraat, hoofd voor hoofd naar hun mening gevraagd, stemmen allen met de dijkgraaf in. Deze eist nu van de commissarissen een ordonnantie, waarin wordt bepaald, dat ieder, in Binnen- of Buitenwatering, absolute gehoorzaamheid aan hem schuldig is, met als sanctie niets minder dan de doodstraf en algehele verbeurdverklaring van goederen. De commissarissen laten de ordonnantie inderdaad publiceren en Schravelinck belooft dat het gat over 5 of 6 dagen dicht zal zijn. De maand november is beslissend voor het dichten van de grote gaten. Zij worden gedicht op Walcheren, in Bewesten Yerseke, en op Wolphaartsdijk, terwijl Kortgene, Kats en Kruiningen zich 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 53