DE STICHTING VAN DE KOOPMANSBEURS TE GOES DE STICHTING VAN DE KOOPMANSBEURS TE GOES door L.J. Abelmann Het initiatief Op 8 april 1835 wordt in het stadhuis van Goes een omvangrijke brief afgegeven. In deze brief wordt op een zeer uitvoerige wijze aan de raad van Goes het verzoek gericht om over te gaan tot het stichten van een koopmansbeurs. De „rekwestranten" J.F. Franssen van de Putte, A. Steendijk en G.H. Kakebeeke vertegenwoordigen een vrij grote groep van belanghebbenden, die allen een dergelijke stichting voorstaan. Zij schetsen de bestaande praktijk van de marktdag in Goes als ondoelmatig en tevens oorzaak van zedenbederf. Naast de marktkramen met de gebruikelijke handelswaar komen ook de landlieden om er hun grond- en boomvruchten te verkopen. De contacten tussen de kopers en verkopers van deze producten verlopen moeizaam. Men is gewend elkaar in een herberg of logement te ontmoeten. Echter door de grote toeloop van de kooplustigen voor de gewone markt moeten de verkopers van de landbouwproducten regelmatig uitwijken naar een andere herberg. Kortom, men loopt elkaar steeds mis. Aangezien deze verkopen zich over de gehele dag uitstrekken is men veel tijd kwijt en kan er van een gezonde concurrentie geen sprake zijn. Een bijkomende klacht is dat men de sfeer in de logementen en herbergen niet gunstig vindt voor deze handel. Er wordt daar met regelmaat onmatig gedronken. Tussen de letters door willen de rekwestranten te kennen geven dat zij zich generen om deze lokaties te bezoeken. Zij verzoeken de raad „eerbiedig" om over te gaan tot het stichten van een gebouw waarin op marktdagen op gezette uren de handel in landbouwproducten kan plaatsvinden. Zij wijzen er daarbij fijntjes op dat de gang van zaken op de botermarkt wel goed geregeld is. Zij sluiten hun brief af met de mededeling dat 26 kooplieden en commissionairs, 18 koek- en broodbakkers en 5 winkeliers, speculanten en particulieren bereid zijn om jaarlijks een vaste bijdrage te geven tot instandhouding van deze beurs. Inderdaad is aan de brief een lijst toegevoegd met 49 namen van inwoners van Goes, die samen jaarlijks een bedrag van 121 gulden en twintig cent beschikbaar stellen. Voorstel aan de raad Reeds op 9 mei wordt in de gemeenteraad bovengenoemd verzoek met daaraan gekoppeld een voorstel van B. en W. in behandeling genomen. Men is het eens met de rekwestranten dat de stich ting van een koopmansbeurs te Goes een goede zaak is. Een geschikte plaats is reeds aanwezig. Aan de westzijde van de Grote Markt is een open plaats ontstaan doordat aldaar een groot woonhuis van J. Beenhakker is afgebroken (wijk D no. 390, heden Grote Markt 15). Deze ruimte is gelegen tussen het logement „De Korenbeurs" en het huis van de heer Van Deinse. Voor de aankoop van dit erf denkt men een bedrag van rond vierhonderd veertig gulden nodig te hebben. Om de kosten van de te bouwen beurs te verminderen zou men gebruik kunnen maken van materiaal, dat bij de voorgenomen sloop van het schuttersgebouw „De Edele Busse" aan de Wijngaardstraat vrij zal komen. Dit laatste pand is reeds geruime tijd ongebruikt en sterk vervallen. Een eerder plan om het gebouw van de schutters in gebruik te nemen als arrondissementsgevangenis is vanwege de slechte staat van het pand niet doorgegaan. 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 63