L.J. ABELMANN Vervolgens schrijft hij dat de stad het achtererf in de toekomst mogelijk kan gebruiken voor de stichting van een spin- of werkschoot, zoals deze alom in den lande worden ingericht. Het stads bestuur neemt het advies over en bericht aan mr. Van Deinse dat niet tot verpachting wordt overgegaan. Afwerking van het gebouw Op 20 mei 1838 vindt de aanbesteding plaats van het stucadoorwerk. De binnenzijde van het gebouw moet gewit worden met Mechelse melkkalk. De samenstelling van de stuclaag aan de buitenzijde wordt als volgt voorgeschreven: 1 mud kalk, 25 kop tras, 1 mandje zand, 4 pond roggemeel en 3 pond gele oker. Een en ander levert een fraaie lichtgele kleur op. De begroting heeft als eindbedrag 237,54, de intekeningen zijn tussen 250,— en 320,—. Bij de aanbesteding stopt de mijning op een bedrag van 201, Voor dit bedrag wordt het werk opgedragen aan A. Koenen. Aangezien Koenen had ingeschreven voor 290,— heeft hij dit werk dus voor een aanzienlijk lager bedrag aangenomen. IiLI i 0 1 2 3 4 5m. Reconstructie van de plattegrond en de doorsnede van de Koopmansbeurs door de auteur naar gegevens van L.Ph. de Lannée de Bétrancourt. 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 68