W.F. RENAUD c. De vereniging Behalve specifieke financiële kwesties, zoals het tarief van de weeglonen, de ontvangsten, het divi dend en het salaris van de weger, werden er in het bestuur en/of in de algemene vergaderingen zaken besproken, welke een meer algemeen beeld geven van wat er in de vereniging omging en van het beheer van de weegbrug. Al dadelijk ontstonden er irritaties, omdat enkele leden producten hadden laten wegen op de oude weegbrug in stijd met art. 23 van het reglement. Een oorzaak hiervan was, dat de weegbrug wel eens niet bemand was op het moment, dat een landbouwer met vee of een beladen wagen aan de brug kwam, terwijl de oude weegbrug wel open was. De drie overtreders: J. Meiaard, S.J. Klompe en Adriaan Remeinse, werd aanvankelijk een boete van 5,opgelegd. Na een slepende behandeling van deze affaire werd eerst in 1901 art. 23 van het reglement gewijzigd, waarbij de boete op overtreding voortaan op één tot vijfentwintig gulden werd gesteld. De weger werd aangemaand voortaan op tijd aan de weegbrug te zijn. In 1901 werd de boete de drie overtreders tenslotte kwijtgescholden met de waarschuwing, dat in het vervolg wel zou worden beboet (17). Op een aanvraag in 1902 voor koninklijke goedkeuring werd in 1903 afwijzend beschikt (18). Een probleem dat gedurende de periode voor 1945 herhaaldelijk aan de orde kwam betrof de verkoop van aandelen en het bezit van aandelen door personen, welke geen landbouwbedrijf uitoefenden in de gemeente Wolphaartsdijk en dus niets op de brug te wegen hadden. In 1903 werd daarom art. 6 van het reglement in die zin gewijzigd, dat men niet meer vrij was zijn aandelen aan iedereen te verkopen, maar dat de algemene vergadering voortaan over de wenselijkheid van de over schrijving besliste. Bij een negatieve uitkomst moesten de aandelen aan de vereniging worden afgestaan tegen een door de aandeelhouders vast te stellen prijs. In de praktijk kwam het erop neer, dat de aandelen van vertrokken leden door andere leden werden overgenomen, waardoor het aantal aandeelhouders steeds kleiner werd. In de algemene vergadering gingen dan ook herhaaldelijk stemmen op om de vrijgekomen aandelen ter beschikking te stellen aan nieuwe leden in het belang van de vereniging. Een soortgelijk probleem was dat er een aantal oudere leden waren met veel aandelen die geen land bouwbedrijf meer uitoefenden en bovendien meer interest trokken dan andere leden. Het bestuur oordeelde het echter niet mogelijk de aandelen van deze landloze leden af te nemen en aan nieuwe leden over te doen, aangezien velen van hen destijds tot de oprichters van de brug hadden behoord. Om dit soort situaties in de toekomst onmogelijk te maken, werd in het nieuwe reglement van 1928 bepaald, dat vanaf 1928 nieuwe aandeelhouders verplicht waren hun aandelen ter beschikking van het bestuur te stellen, zodra zij de gemeente Wolphaartsdijk verlieten of ophielden aldaar het landbouwbedrijf uit te oefenen (19). Regelmatig kwam het beheer van de weegbrug aan de orde, zoals het nazien van de messen, het meniën en teren van de brug, de vervanging van het brugdek, het onderhoud van de bestrating rondom de weegbrug of het bestellen van nieuwe weegbrugkaarten. Vanaf 1904 werd de brug door middel van een ketting afgesloten wanneer er niet werd gewogen. Men wilde hiermee verhinderen, dat er over het brugdek gereden werd wanneer de brug gesloten was. In 1911 werd besloten om geld te sparen voor vervanging van de weegbrug en met het oog daarop minder dividend uit te keren (20). In de positie van de weger kwam in zoverre een verandering, dat in 1916 werd besloten om de weger een aandeel in de brug te geven ten einde de kosten van de verplichte ongevallenverzekering bij de Rijksverzekeringsbank uit te sparen. In 1917 was dit blijkbaar nog niet in orde, want om loonsverhoging vragend werd de weger aangeboden hem zijn aandeel te schenken in plaats van een hoger salaris. Daarbij werd tevens bepaald dat dit aandeel weer aan de vereniging zou vervallen zodra hij ophield weger te zijn. De weger ging met deze regeling accoord, hoewel dit betekende dat hij in geval van een ongeluk zelf de onkosten zou moeten dragen (21). 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1989 | | pagina 86