HET MUSSENGILDE TE OVEZANDE Art. IX Te betalen op den dag der rekening Diegenen, welke op den dag der rekening hun verschuldigde niet betalen, of door een ander laten betalen, zullen eene boete verbeuren van 30 cent, voor den boekhouder, die hetzelve bij dezulken zal afhalen en in handen stellen van de directie; ziekte of andere verhinderingen, door schriftelijk bewijs van den geneesheer bewezen, zal hierop alleen eene uitzondering maken. Art. X Geen verteer Niemand zal bij de zamenkomst van het Gilde eenig gelag buiten consent mogen maken, dan met toestemming van den hoofdman of der directie commissarissen. Art. XI Audiëntie op Ieder lid. die bij de opening der vergadering niet verbeurte van tegenwoordig is of de vergadering zonder toestemming van boeten den hoofdman verlaat, verbeurt eene boete van 5 cent en hij die eene geheele vergadering verzuimt 30 cent, van dit laatste echter is de arbeider of werkman alleen uitgezonderd die door schriftelijk bewijs de wettigheid zijner afwezigheid kan staven. Alleen gedurende den tijd der vergadering, tot de rekening en verdere belangen van het Gilde zullen zijn afgehandeld, zal ieder lid gehouden zijn de leden des bestuurs bij hunne titels te noemen op verbeurte eener boete van 10 cent, ten profijte van het Gilde, alsmede op gelijke boete, om gedurende dien tijd de noodige stilte te bewaren in audiëntie te verleenen; doch na den afloop der werkzaamheden zullen allen weder in hunne respectieve kwaliteiten worden gerespecteerd. Art. XII Boeten op schelden, vloeken, enz. Hij. die gedurende de bijeenkomst van het Gilde, eenig onbetamelijk woord mogt spreeken, als vloeken, schelden of zulke, die aanleiding tot twist kunnen geven, zal ten voordeele van het Gilde verbeuren eene boete van 15 cent en daarenboven bij goedvinden en op order van den hoofdman, dadelijk de vergadering moeten verlaten, en zich bij herhaling hieraan schuldig makende, voor altijd uit het Gilde worden geweert. Art. XIII Stemming bij meerderheid Indien een der leden eenig billijk voorstel mogt verlangen te doen, zal zulks één uur voor den aanvang der vergadering, zoo mogelijk schriftelijk, aan den hoofdman worden kenbaar gemaakt, die hetzelve, na met commissarissen daarover vooraf geraadpleegd, in de vergadering ter tafel moet brengen, waarop alsdan met meerderheid van stemmen door de leden moet worden beslist. Art. XIV Ontslag als lid Diegenen welke niet langer lid van dit Gilde verlangen te zijn, zullen niet anders dan op de Algemeene Vergadering, aan den hoofdman en commissarissen daarvan kennis moeten geven en alsdan voor hun ontslag betalen, ten behoeve van het Gilde, de som van 75 cent, boven en behalve hun verdere verschuldigde; van deze verpligting echter zijn zij uitgezonderd, die met ter woon buiten de gemeente vertrekken. Nog zal niemand de vergadering mogen verlaten voor de rekening is opgenomen, gesloten en alle werkzaamheden geëindigd zijn, dan met consent van de directie. 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 101