HET MUSSENGILDE TE OVEZANDE behoeven zij niet te aanvaarden. Zij teekenen nauwgezet aan, en bij gebleken ontrouw verliezen zij het lidmaatschap. Art. 8 Op woensdag en zaterdag van iedere week, des namiddags, nemen de boekhouders de dieren en eieren in ontvangst. Art. 9 Met 31 december sluiten de boekhouders hunne lijst. Zij, die aan hunne verplichting niet voldaan hebben, betalen eene boete van drie cent voor elke ontbrekende musch. Art. 10 De contributie bedraagt 50 cent 's jaars. Die op den dag der vergadering deze contributie niet voldaan hebben, betalen eene boete van 15 cent. Art. 11 De algemeene vergadering wordt gehouden in januari in een der herbergen van den kom der gemeente. De secr.-penningm. doet alsdan verslag over het afgeloopen jaar en verantwoordt over het ontvangen geld. Art. 12 Een bode is belast met het rondbrengen der kennisgeving aan de leden voor de algemeene vergadering. Hij neemt tegelijk de contributie in ontvangst. Daarvoor geniet hij eene belooning van 2 cent per lid. Art. 13 De secretaris, de boekhouders en de bode behoeven geene musschen in te leveren of contributie te betalen. Art. 14 Die de meeste musschen boven het verplichte aantal levert, wordt koning en is vrij van het betalen der contributie voor het loopende jaar. Keizer wordt hij, die drie achtereenvolgende jaren koning is geweest; hem wordt op kosten van het Gilde, een schild verstrekt, of kan 5 gulden in geld bekomen. Art. 15 Vijf cents boete betaalt men, als men bij de opening der vergadering niet tegenwoordig is, 2 cents, als men de vergadering verlaat, vóór de werkzaamheden geëindigd zijn; vijftien cents, als men de vergadering geheel verzuimt. 2 cents boete beloopt men zoo dikwijls men hen, die een titel dragen, gedurende de werkzaamheden niet bij dien titel noemt. Vijf cents boete, wanneer men moedwillig de orde verstoort. Zij, die vloeken, schelden of gemeene taal spreken tijdens de samenkomst, verbeuren vijftien cents, kunnen, bij goedvinden van het bestuur, uit de vergaderzaal verwijderd en zelfs als lid geschrapt worden. Art. 16 De boeten zijn ten bate van het Gilde en dienen met de contributie om de kosten van de algemeene vergadering goed te maken en andere noodzakelijke uitgaven te doen. Art. 17 Mocht er verschil van uitlegging omtrent eenig artikel van dit reglement ontstaan, dan beslist het bestuur in dezen. Aldus vastgesteld in de vergadering van zaterdag 2 februari 1907 te Ovezand gehouden. 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 103