DE GOESE LATIJNSE SCHOOL
8. Het verval van de Goese Latijnse school
Na 1675 is de Latijnse school steeds eeneenmansschool geweest (21In 1681 benoemde men Johannes
Biscop tot rector. Deze had van 1678 tot 1681 hetzelfde ambt bekleed te Veere. waar hij met ruzie was
vertrokken. Ook in Goes gedroeg hij zich jegens de curatoren niet overeenkomstig het respect dat hij
gemelde heeren Curatoren schuldig was. Er kwamen klachten over zijn optreden. Biscop was Jezuiet
geweest en daarom bemoeide de Goese kerkeraad zich met de zaak. hl 1683 vroeg hij ontslag. In 1696
werkte hij weer in Veere. Het aantal leerlingen van de Latijnse school bleef klein. Men besloot daarom
maar het conrectoraat te „mortificeren". In 1716 werd tot rector aangesteld Adolphus Keetlaar, een der
Goese predikanten. Hij kon het rectoraat gemakkelijk naast zijn ambt als predikant vervullen. Toen hij
in 1721 overleed bleef de Latijnse school twee jaar gesloten. Men probeerde het imago van de school
te verbeteren door geleerde mannen als rector aan te trekken. Van 1730 tot 1741 werd het rectoraat
bekleed door Carolus Conradus Reitz, waarover later meer (22). Het langst van alle rectoren was
Johannes Hendricus de Voyer aan de school verbonden: van 1741 tot 1773.
Men deed geen gelukkige keuze betreffende zijn opvolger. Een student in de theologie uit Den Bosch
was de gelukkige, C.J. Kies de Vlieger. Hij werd verplicht om, wanneer de gelegenheid zich voordeed,
jonge heeren 't zij uit deze stad en eiland of van elders in de kost te nemen. Zodra het aantal
commensalen een bepaalde grens had bereikt moest hij een ongetrouwd docent van de gereformeerde
religie aantrekken, die onderwijs kon geven in schrijven, cijferen, Frans en zomogelijk mathesis en
geografie. Bovendien werd hij belast met het toezicht op de kostschoolleerlingen. Goes wilde dus een
stedelijke Franse school oprichten, verbonden aan de Latijnse school. Een goed plan om de stedelijke
school weer tot bloei te brengen. Alleen Kies de Vlieger was bepaald niet de juiste persoon om een
en ander te organiseren. Men had nagelaten hem voor zijn benoeming te „examineren". Nu bleek dat
hij nog nooit eerder bij het onderwijs werkzaam was geweest. Zijn kennis bleek minimaal, te gering
zelfs om les te geven aan een Latijnse school. Zijn gedrag moet ook niet voorbeeldig zijn geweest. Een
jaar na zijn aanstelling, in 1774, vroeg hij ontslag.
De stedelijke Franse school is nooit van de grond gekomen. Nu naderde ook, schreef Piccardt, het einde
der inrichting (23). In 1788 werd de Latijnse school van Goes gesloten. In 1835 probeerde men het nog
een keer. Dr. G.E.J. Everts werd rector met een salaris van f.700,- per jaar plus een door de stad
gegarandeerd minerval (dat is schoolgeld) van zes leerlingen, hetgeen zes maal f. 52,- betekende. De
school bleek niet levensvatbaar. In 1849 werd Everts rector in Wageningen; er waren in Goes toen nog
twee leerlingen. Een nieuwe rector werd niet meer benoemd.
Er zal heel wat noodig zijn, eer men er aan behoeft te denken om hier weder eene Latijnsche schooi te
stichten schreef Piccardt in 1864 (24). „Stichting" was niet nodig, want de school werd nooit
opgegeven. Het college van curatoren werd nooit ontbonden. Daarom zou de gemeentelijke gymnasiale
afdeling van het Goese Lyceum, die van 1946 tot 1966 heeft bestaan, als voortzetting van de Latijnse
stadsschool kunnen worden beschouwd.
9. De achteruitgang van de Latijnse scholen in de 18e eeuw
In verscheidene steden was het aantal leerlingen van de Latijnse scholen in de 18e eeuw aanzienlijk
geringer dan in de 17e eeuw. Zo bedroeg het aantal toegelaten leerlingen in 1750 te Middelburg slechts
een kwart van dat in 1650 (25). Scholen die in de 17e eeuw door twee of drie docenten werden bediend
degradeerden tot kleine eenmansscholen, zo ook in Goes. Dit moest wel gevolgen hebben voor de
kwaliteit van het onderwijs, zelfs tot in de 18e en 19e eeuw. In een rapport aan koning Lodewijk
Napoleon over de toestand van het onderwijs werd vermeld, dat jonge lieden op de universiteit
verschijnende nauwelijks de professoren, welken aldaar in 't Latijn hunne lessen geven, verstaan
23