DE GOESE LATIJNSE SCHOOL Bijlage 3 Het aantal leerlingen van de Goese Latijnse school dat naar de universiteit is „gepromoveerd" over tijdvakken van 25 jaar. De getallen zijn maatgevend voor het aantal leerlingen in de hoogste klas. De jaargemiddelden geven aan hoe gering dat aantal eigenlijk was.De bloeiperioden van Beeckman en Surendonck zijn duidelijk aan de aantallen af te lezen.(verklaring in tweede grafiek bijlage 2) De daling van de belangstelling voor universitaire studie is eveneens duidelijk. Piccard schreef dienaangaande: U moet niet denken, ...dat er bij ons Goessche voorgeslacht zoo veel sympathie voor de studie der oude talen bestond, of dat geleerdheid hier zulk eenen belangrijken zetel had gevestigd. Noten N.B. Hierbij gebruikte afkortingen zijn: EvZ Encyclopedie van Zeeland, uitgegeven door KZGW, Middelburg, 1982 -1984 GA Gemeentearchief KZGW Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen NNBW Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, onder redactie van P.C.MoIhuyzen, P.J.Blok en Fr. K.H. Kosmann, Leiden, 1911 -1957 ZGW Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1. De voornaamste bronnen voor hoofdstuk 1 zijn: Fortgens, H.W.Meesters, scholieren en grammatica, Zwolle 1948, p. 7 - 48. Janssen, J en Visser, S. Van Plato tot Decroly. Purmerend 1933, p. 31 - 42. 2. Dekker,C. Zuid-Beveland, Krabbendijke 1982. p. 362 -380. 3. Meertens, P.J. Letterkundig leven in Zeeland in de 16e en de eerste helft der 17e eeuw. Amsterdam 1943, p. 50. 4. ibid, p. 49. 5. Nagtglas, F. Levensberichten van Zeeuwen, Middelburg 1888 -1893, p. 16. Adriaan van Baarland, geb. 1488, was letterkundige en geschiedschrijver. Hij was hoogleraar te Leuven. Hij overleed in 1542. Hij was een vriend van Erasmus. 6. Daim van Heel OFM, Archivalia aangaande Nicolaes de Castro, bisschop van Middelburg. Haarlemsche bijdragen 53, 1936, p. 408. 7. Bronnen voor hoofdstuk 3 zijn: Idenburg, P.H.J. Schets van het Nederlandse schoolwezen, Groningen 1960. Meertens, Letterkundig leven. 8. Dit Placaet is afgedrukt in: Voegler, J.G. Geschiedenis van het Middelburgsch Gymnasium, Archief ZGW dl.7, Middelburg 1894, p. 519-523. 9. Idenburg, Schets, p. 76. 10. Meertens, Letterkundig leven, p. 422 e.v. Het boek van Bertius werd genoemd in Daffome „Grammatica ofte leez-leerlings steunsel", 1627. Dafforne noemde Bertius: 'den blinden Berdt", waar hij „niet gheern mede bemoeyd mocht zijn". 11Bronnen voor hoofdstuk 4 tot en met 8 zijn: Fortgens, H.W. De Latijnse school te Goes, Archief ZGW 1952/53. Middelburg 1953, p. 1 - 28. Piccardt, R.A.S. Bijzonderheden uit de geschiedenis der stad Goes, Goes 1864/1979, p. 173 - 176. 12. Nagtglas, Levensberichten, p. 818 - 822. Meertens, Letterkundig leven, p. 429. 13. Penningrekenen was een rekenmethode waarvoor men niet noodzakelijk hoefde te kunnen lezen en schrijven. Een aantal rekenpenningen ter waarde van 110, 100, enz. en een plat vlak, waarop men ze kon uitleggen was alles wat men nodig had. Door een getal uit te leggen en daar penningen aan toe te voegen of er van weg te nemen, kon men optellen of aftrekken. Cijferen was rekenen met pen en papier, waarbij de ons bekende Hindoe-Arabische cijfers werden gebruikt. Hoe een en ander te werk ging is bijv. te vinden in: Kool, M. Chritianus van Varenbrakens, Die Edel Conste Arithmetica, Brussel 1988, p. 24. 14. Fortgens, H.W. De Latijnse school te Vlissingen, Archief ZGW 1946/47, Middelburg 1947 p. 40 - 65. 15. In NNBW vindt men verspreid gegevens over verschillende leden van het geslacht Paludanus, zie register. 16. Dit was volgens Voegler het geval met Petrus Surendonck, die in 1673 enkele commensalen uit Goes meenam naar Middelburg. 17. Nagtglas, Levensberichten, p. 342. 18. Zie in Kox, A.J.en Chamalaun, M. (red.) Van Stevin tot Lorentz. Berkel, K. van, Isaac Beeckmann, p. 11 - 20. 19. Fortgens, Latijnse school te Vlissingen. Fortgens, De Latijnse scholen te Zierikzee, Brouwershaven en Tholen, Archief ZGW 1955, p. 71 -86. 20. Bronnen voor hoofdstuk 7 zijn, behalve de reeds genoemde (11), ook: NNBW, 1209 - 1210. 21. Bronnen voor hoofdstuk 8 Fortgens, Latijnse school te Goes en Piccardt, Bijzonderheden. 22. Zie hoofdstuk 14. 23. Piccardt, Bijzonderheden, p. 176. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 33