W. DE VRIES Eén van de mogelijkheden die een dergelijke bewerking ons biedt, is inzicht te krijgen in het aantal daadwerkelijke immigranten onder hen die als „buitenstaander" te boek staan in het ondertrouw register. Als „daadwerkelijke immigrant" worden zij beschouwd die meer dan één keer in huwelijks- en/of doopregister voorkomen. De uitkomst van een dergelijke vraag is te vinden in bijlage 1Op de kaartjes zijn deze cijfers weergegeven voor de gehele onderzoeksperiode en voor mannen en vrouwen opgeteld. Duidelijk is dat van lang niet alle in het huwelijksregister voorkomende vreemdelingen gezegd kan worden dat het immigranten zijn geweest. Wel moet natuurlijk rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat een deel van de in hel huwelijksregister voorkomende personen kinderloos is gebleven, en zodoende hier niet als „blijver" te boek is komen te staan. Een verder onderzoek, met name in de begraafregisters, kan op deze kwestie meer licht werpen. Wanneer we de gegevens uit bijlage 2 vergelijken met de gegevens uit het poorterboek vergelijken zien we een nogal afwijkende ontwikkeling. Met name het grote aantal poorters in het midden van de 18de eeuw steekt schril af tegen het juist dan lage aantal blijvende immigranten die we in het huwelijks register aantreffen. Eén van de oorzaken van deze piek zou kunnen zijn dat er een grotere toevloed van reeds getrouwde personen heeft plaatsgevonden. Om deze veronderstelling na te gaan, is het nodig de gegevens uit de poorterregisters in verband te brengen met die uit het huwelijksregister. Dat zal in een later stadium van het onderzoek gebeuren. Behalve een beter inzicht in het aantal „blijvende immigranten" kan een koppeling van bronnen ook inzicht geven in het aandeel dat immigranten uitmaakten van de totale bevolking. Om hierin inzicht te krijgen, is gebruik gemaakt van de hierboven al beschreven koppeling. Deze is zodanig bewerkt dat van iedereen die in het huwelijksregister en/of het doopregister voorkomt bekend is, gedurende welke periode hij/zij voorkomt. Iemand is als „aanwezig" gerekend vanaf het eerste tot het laatste voorkomen in een van bovengenoemde bronnen. Op die manier kunnen we iets zeggen over de omvang van de „demografisch actieve" bevolking in ieder jaar. Een onderverdeling van deze groep van de bevolking naar „migratiestatus" geeft het volgende beeld. 400 Grafiek 4 Demografisch actieve mannen naar „migratiestatus" 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 40