W. DE VRIES informatie verkregen kan worden, kost zeer veel tijd. Toch kunnen we wel stellen dat een dergelijke methode de moeite loont. Met name om op theoretische uitgangspunten gebaseerde veronderstellingen te toetsen, kan een dergelijke methode zijn nut zeker bewijzen. Tot nu toe is wel duidelijk geworden dat immigranten zeker geen te verwaarlozen minderheid vormden in Goes in de 18de eeuw. Om inzicht te krijgen in de oorzaken van de golfbewegingen zal het nodig zijn meer onderlinge verbanden te leggen, bijvoorbeeld tussen economische positie en al of niet migrant zijn. Het vervolg van dit onderzoek zal zich, naast de hierboven al aangestipte vervolgmogelijkheden, met name richten op het in de inleiding al genoemde aspect van integratie in de locale samenleving. Daartoe moeten dan, naast de hier gebruikte bronnen, ook gegevens gebruikt worden die ons in kunnen lichten over vermogenspositie en economische activiteit. Dan kan ook nog duidelijker worden welk percentage van de „buitenstaanders" uit huwelijksregisters „blijvers" zijn geweest. Bijlage 1 Verdeling „buitenstaanders" onder „jongemannen" en „jongedochters" uit gereformeerd huwelijks- register naar herkomst. Gegevens per geslacht naar „totaal" en „blijvers". HERKOMST MANNEN VROUWEN TOTAAL totaal blijvers totaal blijvers totaal blijvers LANDEN België 51 22 30 15 81 37 Denemarken 1 0 1 0 Duitsland 49 30 16 11 65 41 Engeland 3 3 3 3 Frankrijk 6 1 3 2 9 3 Italië 2 0 2 0 Koloniën 1 1 1 1 Luxemburg 2 0 2 0 Nederland 1079 645 1121 752 2200 1397 Zwitserland 14 8 14 8 Zuid-Afrika 2 0 2 0 onbekend 135 80 118 81 253 161 PROVINCIES BELGIE Antwerpen 11 4 10 3 21 7 Brabant 7 1 1 0 8 1 Henegouwen 3 2 3 2 6 4 Luik 2 0 2 0 Namen 4 1 3 1 7 2 Oost-Vlaand. 17 8 3 2 20 10 West-Vlaand. 5 5 10 7 15 12 onbekend 2 1 2 1 NEDERLAND Friesland 3 1 3 3 6 4 Gelderland 30 10 17 12 47 22 Groningen 6 4 6 4 Limburg 7 4 9 7 16 11 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 42