J.W. MINNAARD
De meeste boerderijstichtingen vallen in de periode van 1890-1930, zeker voor de veehouderij een
periode van betrekkelijke welvaart.
De cultuurtoestand van het overgrote deel van de percelen in de Moolhoek was in 1832 weiland. Door
de bodemgesteldheid was het poelgebied in feite niet geschikt voor akkerbouw. Ook de toestand van
vele weilanden was echter onbevredigend, aldus Bouman (23).
Door de grote wateroverlast, waardoor vele weilanden tot diep in het voorjaar onder water stonden,
hielp ook bemesting niet. Het winterwater spoelde de beste bestanddelen van de mest weg. In figuur
13 is de ontwikkeling van de cultuurtoestand van de percelen in de Moolhoek geschetst tussen 1832-
1981.
Jaar Weiland Bouwland Bos Bebouwd Totaal
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
1832
66
87,8
11
11,3
1 0,5
1
0,4
80
100
1881
57
74,6
24
25,4
-
-
-
81
100
1981
49
72,3
21
23,9
-
7
3,8
77
100
Figuur 13. Ontwikkeling cultuurgrond binnen de Moolhoek in de periode 1832-1981
We zien dus over deze periode een afname van het aantal percelen weiland ten gunste van het aantal
percelen bouwland plus bebouwde percelen. Een mogelijke verklaring hiervoor is de oprichting van
het stoomgemaal bij Kattendijke eind 19e eeuw, waardoor de bemaling verbeterde. Een andere
verklaring kan zijn, dat volgens Bouman (24) tijdens de landbouwcrisis van 1878-1895 een uitbreiding
van de veestapel plaatsvond. Deze ging gepaard met de toepassing van meer stalvoedering en verbouw
van voedergewassen. In plaats van toename van de oppervlakte weiland vond hierdoor soms zelfs
scheuring van grasland plaats.
Dat de Moolhoek een uitzonderingspositie innam, blijkt wel als men bedenkt dat gedurende de gehele
19e eeuw het percentage weiland op Noord-en Zuid-Beveland tussen 25-30 lag. Teneinde naast de
garantie op rechtszekerheid ook een rechtvaardiger heffing van de grondbelasting te bewerkstelligen,
ging het Kadaster in 1832 ook direkt over tot de indeling in klassen van al het onroerend goed.
De indeling in 4-6 klassen en de koppeling hieraan van een tarief per klasse door een schattings
commissie, stuitte op nogal wat bezwaarschriften (25). Door verschil in kwaliteit van de grond
ontstonden aanzienlijke tariefverschillen tussen de gemeenten onderling. De klassering van de 80
percelen in de Moolhoek in 1832 is weergegeven in figuur 14.
Klassering Weiland Bouwland Bos Tuin Boerderij Totaal
1 1 - - - - 1
2 26 3 1 - 30
3 23 7 1 - - 31
4 10 1 11
5 6 - - - - 6
6 1 1
Aantal percelen 66 11 1 1 1 80
Figuur 14. Klassering percelen in de Moolhoek in 1832
60