J.W. MINNAARD
5. Besluit
In deze bijdrage is een poging gedaan dieper door te dringen in de geschiedenis van afzonderlijke
percelen. Onze onderzoekmethode is toegepast op een beperkt gebied (80 percelen, ongeveer 65 ha),
zodat het trekken van conclusies tot voorzichtigheid maant.
Gebleken is, dat een systematische verwerking van beschikbare gegevens, het inzicht in het ontstaan
en de ontwikkeling van één van de oudste gebieden van Zuid-Beveland, de omgeving van
Sinoutskerke in de Poel, kan doen toenemen. Voor genoemd gebied met van oorsprong blok-
verkaveling, is met name getracht een relatie te leggen tussen de ontwikkeling van percelen in de pre-
kadastrale periode (1596-1832) en de kadastrale periode (1832-heden). Door het ontbreken van
grondkaarten, de verandering van landmaten (gemeten en roeden naar hectaren) en het al dan niet
meetellen van wegen en sloten, vormde de overgang tussen deze twee perioden een extra complicatie.
Niettemin zijn we er in geslaagd een eerste resultaat te presenteren. Wij bepleiten dan ook navolging
van de beschreven aanpak op Zuid-Beveland.
Een intensivering van de reeds bestaande vormen van samenwerking tussen de Heemkundige Kring,
de Nederlandse Genealogische Vereniging en de archiefinstellingen kan een dergelijk onderzoek
alleen maar stimuleren.
6. Noten en geraadpleegde literatuur
Voor het onderhavige onderzoek werd door de dienst van het Kadaster en de Openbare Registers toestemming verleend tot
kosteloze raadpleging van kadastrale bescheiden. Mijn dank voor de goede samenwerking gaat uit naar dhr. L. Vercouteren en
medewerkers van de dienst van het Kadaster te Middelburg. Daarnaast is dank verschuldigd aan dhr. P.M. Moens (Waterschap voor
Noord- en Zuid-Beveland te Goes), dhr. A.P. Willeboordse (Gemeentearchief Borsele), dhr. F.H. de Klerk (Gemeente- archief
Goes), dhm. L. Zoodsma, A.F. Wennekes en L.M. Hollestelle (Rijksarchief in Zeeland) de medewerkers van de Stichting
Genealogisch Centrum Zeeland (Goes) en het Zeeuws Documentatie Centrum (Middelburg). Tenslotte ben ik dhr.
0. W. Hoogerhuis (Provinciale Archiefinspectie te Middelburg) erkentelijk voor de constructieve en kritische wijze waarop hij het
tot stand komen van dit artikel begeleid heeft.
1. Sinoutskerke, Orgie van alledaagse stilte, Provinciale Zeeuwse Courant, 28 september 1968. De schrijver gaat, behalve op de
vroege historie van Sinoutskerke, ook in op de recente geschiedenis van het dorp. Melding wordt gemaakt van de afbraak van de
kerk in 1906 en de problemen met de afwatering worden geillustreerd aan schaatsers, die in de wintermaanden moeiteloos
Sinoutskerke vanuit Goes konden bereiken. Met de ijzers nog onder konden ze dan de herberg van het dorp binnenrijden. Deze
boerenherberg, met als laatste herbergiers Quinten van de Vrie en Adriana Minnaard, werd in 1918 gesloten. De auteur definieert
tenslotte alledaagse stilte als: een sfeer, die je niet van de kasseien tegemoet springt, geen teerhartig geleuter over een bewierookt
verleden.
2. P.A. Harthoorn, Baarsdorp, Heerlijkheid, Poeldorp, Monument. De geschiedenis van een gehucht in de gemeente Borsele,
Canterbury, 1986. Het zwaartepunt van het boek ligt op een beschrijving van de ontwikkeling van de hofsteden en woonhuizen met
hun bewoners. Als een rode draad door het boek heen, maakt men bovendien kennis met honderden leden van tientallen Baarsdorpse
geslachten, een echte ontmoeting met de auteur als genealoog van formaat. P.A. Harthoorn, H.D. Nijenhuis, Overloper Baarsdorp
1599. Zeeuwse Historische Bronnen, Kleine Serie no.2, 1985, Stichting Genealogisch Centrum Zeeland, Goes.
3. A.de Smit, Twee miniatuurdorpjes (Baarsdorp en Sinoutskerke), Zeeuws Tijdschrift 16, 126-128, 1966. Sinoutskerke behoorde
via de kerk van West-Souburg aan de Abdij van Middelburg. Volgens de auteur waren er in 1446 negen ambachtsheren, waaronder
de heer van Veere en Pieter, David en Jacobus van Baersdorp. De steun van de ambachtsheren was onontbeerlijk bij de bouw en het
onderhoud van kerken op dorpen als Sinoutskerke, doorgaans niet groter dan 10-15 gezinnen. Pas omstreeks 1850 krijgt men een
gedetailleerd beeld van Sinoutskerke: 13 huizen, waarin 15 gezinnen, op het dorp zelf 9 huizen met 40 inwoners.
J. de Ruiter, Nisse en 's-Heer Abtskerke in oude ansichten, 1976.
Eén van de opnamen geeft een beeld van kerk en toren vanuit de Moolhoek (perceel B-94, het erf van de boerderij „Poelzicht").
Hierop is eveneens de plaatselijke herberg/boerderij en gemeentehuis te zien (perceel D-184). De Middeleeuwse dorpskerken van
Zuid-Beveland, een beelddocumentatie, Museum voor Zuid-en Noord-Beveland, 7 mei t/m 30 oktober 1983. Over de latere
bestemming van een van de ruimtes tot „Oude School" en daarna particuliere bewoning, bestaat nog onduidelijkheid. Volgens de
Ruiter zou dit het aanbouwtje aan de toren geweest zijn, terwijl men uit overlevering kan opmaken, dat dit gebouwtje „langs de kerk"
stond en dus de sacristie zou moeten zijn.
De Westender, 8e jaargang nr. 5, mei 1977. Nadat in voorgaande jaren reeds op de slechte onderhoudstoestand gewezen was, werd
besloten na het maken van foto's in februari 1906, kerk en toren in het voorjaar van 1906 af te breken. De luidklok kwam in de toren
62