JOHAN SMITS
4. Wacht lopen
Door de rijkdom aan archiefmateriaal is goed na te gaan hoe de landwacht in de praktijk functioneerde.
Een belangrijke bron daarbij is de ordonnantie op de landwacht die in 1611 opgemaakt werd bij de
benoeming van mr. Michiel van Baerlant tot superintendent 11). De belangrijkste taak bestond uit het
onderhouden van wachtposten. Sommige wachtposten bevonden zich op de torens van dorpskerken,
de zogenaamde torenwachten. In 1598 kregen de dorpen die torenwachten onderhielden een bedrag
van acht ponden zes schellingen en acht penningen uit „slands beurze" toegelegd. In 1621 echter werd
de subsidie voor de torenwachten afgeschaft 12). Waarschijnlijk stond deze maatregel in verband met
de hoge kosten van de aanbesteding van 22 redouten met paardestallen en turfhuizen op de dijken rond
Zuid-Beveland in dat jaar 13). De belangrijkste wachtposten bevonden zich namelijk van begin af aan
op de dijken rond het eiland. Reeds in 1598 spreekt men over de leverantie van turf voor de
wachthuizen en van de aanbesteding van een wachthuis te Everingen en een wachthuis en vijf
sintenellen (schildwachthuisjes) „op Ovesant" (14). Waarschijnlijk waren deze wachthuizen ook
redouten, want de in 1621 aanbesteede redouten worden in de bronnen ook vaak als wachthuizen
aangeduid.
De Encyclopedie van Zeeland verstaat, evenals Van Dale, onder het begrip redout een eenvoudig,
gesloten, vierkant veldwerk. Inderdaad zal dit wel de oorspronkelijke betekenis van het woord redout
geweest zijn. Ze werden bijvoorbeeld vaak opgeworpen door belegeraars. Soms bouwde men echter
binnen zo'n schans een vierkante toren, zoals op de tekeningen van het fort op de Kruisdijk in Zeeuws-
Vlaanderen goed te zien is. Op den duur ging men de toren ook aanduiden met de term redout. De
volgende stap zien we op Zuid-Beveland. Hier werden als regel alleen de torens gebouwd en werd het
veldwerk weggelaten. De term redout was dus ruimer van betekenis geworden en kon ook gebruikt
De stad Sluis in de 18e eeuw; met rechts van het midden een redout.
(Uit: Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; Behelzende eene beschryving van Staats Vlaanderen,
doorlsaak Tirion, 18e eeuw).
70