HET MUSSENG1LDE TE OVEZANDE Afbeelding 3. Dirk Mulder (1846-1930), burgemeester van Ovezande en hoofdman van het mussengilde. jaar later deed de hoofdman hetzelfde voorstel dat ook toen werd verworpen. Secretaris De Waal nam daarop ontslag en werd opgevolgd door Paulus Daalman, landbouwer te Ovezande. Boekhouders, secretaris en bode waren vrijgesteld van contributiebetaling en leveringsverplichting van mussen. Bovendien genoten zij volgens het reglement van 1859 vrij verteer op de vergaderingen. In het reglement van 1907 komt dit laatste niet meer voor. De bode kreeg voor het rondbrengen van convocaties en inning van contributie een beloning van een halve stuiver per lid. Hoewel dat in het reglement niet was geregeld, ontvingen ook beide boekhouders een vergoeding. Aanvankelijk kreeg de ene boekhouder 2,- per jaar en de andere 1,-. Op verzoek van de laatste werd in 1927 ook zijn tractement op 2,- gebracht. Prestaties, beloningen en boeten Het eerste jaar waarover gedetailleerde gegevens bekend zijn. 1904, is ook het 'topjaar' voor wat de inlevering van mussen betreft. Niet minder dan (omgerekend) 3.417 mussen werden bij de boek houders ingeleverd. Een belangrijk deel bestond uit musse-eieren, waarvan er 1.556 werden opge bracht. Afbeelding 4 laat de volledige specificatie over 1904 zien. Van het totale aantal van 3.417 kwamen er 1.063 voor rekening van Adriaan Vermue. De andere 50 leden leverden gezamenlijk nog 2.354 mussen in. wat een vrij normaal aantal was. De activiteit van de leden was niet elk jaar even groot. Na 1904 daalde het aantal opgebrachte mussen allengs, tot zelfs beneden de 1.600 stuks in de jaren 1908 en 1909. In 1916 werd een voorlopig dieptepunt bereikt met een aantal van 1.058. Over de jaren 1917 t/m 1920 ontbreken de gegevens. Nadien schommelde het aantal tussen de 1.200 en 2.400 per jaar. In afbeelding 5 zijn de prestaties over de jaren 1904-1933 in beeld gebracht. Nadat Adriaan Vermue in 1905 keizer was geworden, kwam een dergelijke prestatie maar één keer meer voor. Johannes Huige werd in 1907, 1908 en 1909 koning en dus automatisch keizer. Hij had in 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 91