P.S.G. RAAS Afbeelding 7. De boerderij waar Adriaan Vermue woonde. Het schild dat Adriaan op de jaarvergadering van 21 januari 1905 uitgereikt kreeg (afbeelding 6), is 85 mm hoog en 58 mm breed. Aan de achterzijde is een oog met een ringetje gesoldeerd, zodat het aan een lint kan worden gedragen. Het schild is van zilver, maar omdat zilvermerken ontbreken, is het waarschijnlijk van zogenaamd 'licht zilver' gemaakt, waarvan het gehalte beneden de wettelijke norm ligt. Door het ontbreken van merken is helaas de maker onbekend. De vorm is traditioneel voor dergelijk werk: een (ongeveer) ovaal veld, licht gewelfd, omgeven door 'rolwerk' waarlangs blad- en bloemmotieven. Middenin bevindt zich binnen een cirkel de eigenlijke afbeelding. Een mannetje is bezig met een klapnet. terwijl op de voorgrond een vogelkooi gereed staat. Door de primitieve uitvoering doet het plaatje grappig aan, vooral door het buiten proporties kleine koddige mannetje. Uit alles kunnen we zien dat het geen werk van een echte vakman is. Letters en cijfers zijn niet gegraveerd maar ingeslagen en dat ook nog slecht. De maker had zelfs niet de beschikking over de letter E, die toch niet minder dan tien keer voorkomt. Daarvoor sloeg hij eerst de letter F, waarna hij het onderste dwarsbalkje er maar bijpratste. Bij twee E's heeft hij dat zelfs nog vergeten, zodat Adriaans naam er nu op staat als A. VFMUE. De kosten van het schild, in de jaarrekening van 1905 verantwoord, bedroegen 5,10. De boerderij waar Adriaan woonde stond in de Hollestellepolder. Het was toen een gemengd bedrijf van ca. 14 ha. Afbeelding 7 toont de boerderij rond 1950. Ook nu is er nog weinig veranderd. In Adriaans tijd was de schuur wat korter. Op 16 mei 1874 werd Adriaan geboren als oudste kind van Marinus Vennue en Tannetje Rijk. Vader Marinus nam in 1877 de boerderij van zijn moeder over en overleed al in 1887,47 jaar oud. Tannetje hertrouwde in 1889 met Jan Grim, die in 1894 op 42-jarige leeftijd overleed. Zij had toen vijf zoons in de leeftijd van 9 tot 19 jaar. Als loteling van de lichting 1894 diende Adriaan van maart 1894 tot februari 1895 als milicien soldaat bij het 3e Regiment Infanterie, 2e Bataljon, 3e Compagnie te Middelburg. Volgens het signalement in zijn militair zakboekje was hij 1,692 m lang. (23) Interessanter echter is dat hij een vrij goed schutter was zoals uit zijn schietboekje blijkt. Thuis had hij een jachtgeweer, waarmee hij ongetwijfeld talrijke mussen zal hebben geveld. Naar onze maatstaven ging het er daarbij overigens niet erg 'sportief aan toe. Vaak stond een 'ntussenjager' verdekt opgesteld in de schuur, vanwaar hij het erf onder schot had. 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1990 | | pagina 96