DE GESCHIEDENIS VAN DE ARMENZORG n 1973 werd het pand aan de Beestenmarkt ontruimd en de verpleegden naar Ter Valcke over gebracht. (23) tefeinde" van het armbestuur: de financiële afwikkeling Va de oorlog werd de financiële greep die de gemeente op het armbestuur had, alleen maar sterker. De fors toenemende uitgaven (in 1945: 80.000,-; in 1955: ruim 165.000,- en vijf jaar later meer Jan 250.000,-) kon men op geen enkele wijze uit eigen middelen financieren. De inkomsten uit jigendom van onroerende goederen gaven weliswaar eveneens een stijging te zien (in 1945: 45.000,-; in 1955: 75.000,- en in 1960 bijna 85.000,-), doch waren bij lange na niet toereikend om de steeds zwaardere lasten van de armen- en ziekenzorg te compenseren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de gemeentelijke subsidie, die al van voor de oorlog dateerde, na 1945 voort durend moest worden verhoogd. Schoot de gemeente in 1945 slechts" met een bedrag van een kleine 34.000,- te hulp, vijf jaar later was dit bedrag al bijna verdubbeld tot 60.000-, in 1955 zelfs verdrievoudigd, ruim 90.000-, om in 1960 een recordhoogte van bijna 170.000,- te bereiken. (24) De subsidies betekenden niet alleen dat de gemeente meer invloed kreeg op het beleid van het arm bestuur, maar ook dat ze dit armbestuur hoe langer hoe meer als eigen bezit ging beschouwen waarop men tot op zekere hoogte rechten en aanspraken kon doen gelden. Toen in 1965 de bijstandswet formeel het einde van het armbestuur inluidde, stond het voor de gemeente buiten kijf dat zij erfgename van de liefdadigheidsinstelling was, misschien niet de enige, maar wel de belang rijkste. Als erfgename had ze recht op (een deel van) de nalatenschap, die grotendeels bestond uit uitgestrekte landerijen. Uit bijlage 6 blijkt de omvang en geldelijke waarde van deze bezittingen: de activa omvatten ruim 300 ha. grond, enkele gebouwen en geldleningen met een gezamenlijke waarde van bijna drie miljoen gulden. De gemeenteraad besloot dat de helft van het vermogen overging naar de gemeente Goes. De andere helft, zo deelde het college van burgemeester en wet houders in een brief aan het armbestuur mee, zal door u worden aangewend ter financiering van de kosten welke verband houden met de realisering der bij uw instelling levende plannen tot het stich ten van bejaardenwoningen annex dienstencentrum en verzorgingstehuis." (25) De basis voor de toekomst was hiermee gelegd. Het armbestuur bleef voorlopig nog bestaan, zelfs de naam ..Burgerlijk Armbestuur" bleef onverkort gehandhaafd. Van de oorspronkelijke doel stelling was echter niets meer over. Noten: 1. Van Loo, 189-190 en 203-210 2. Onderzoek sociaal-econ. structuur Goes, rapport ETI (1949), p.2. 3. Documentatie-Goes, nr. 196. Rapport ETI „Ontwikkelingsmogelijkheden voor Goes in de periode 1967-1985. Middelburg 1968. 4. Van der Wal, goede en goedkope huisvesting, 43 en volgende (in het bijzonder 58, 78 en 88-90). 5. BAG, ongeïnv., notulen 26-10-1945 6. Idem, notulen 13-3-1947. 7. Idem, inv.nr. 1123, jaarverslag 1949. 8. AGG 1930-1969, nr.676. Brief aan de burgemeester dd. 7-11-1960. Zie ook BAG, ongeïnv., Concept-nota betreffende de noodzakelijkheid van reorganisatie van het Burgerlijk Armbestuur in de gemeente Goes, 1949. 9. Jaarverslag BA 1962 in AGG 1930-1969, nr.674. Hierin bevinden zich de jaarverslagen 1961-1965. 10. Voor het onderstaande verhaal is gebruik gemaakt van de jaarverslagen van het BA, 1940-1960, tenzij nadrukkelijk anders vermeld. 11. BAG, ongeïnv., gevallen behandeld door Klooté. 12. Idem, notulen augustus 1945. 13. Idem, notulen 2-6-1949. 14. Idem, notulen 28-5-1953. 15. Idem, notulen 20-5-1948, 17-6-1948 en 17-3-1949. 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1991 | | pagina 113