DE GESCHIEDENIS VAN HET WEESHUIS Onderwijs Vrijwel alle jongere kinderen kregen in het weeshuis lager onderwijs. Aangezien de wezen- en armenschool uitvoerig aan de orde is gekomen in hoofdstuk 3 zullen we er op deze plaats niet verder op ingaan. Wel moeten we hier een aantal andere, voor de weeskinderen relevante schooltypen bespreken, de naai-, de ambacht- en de avondschool. De naaischool was gehuisvest in het weeshuis zelf en stond onder rechtstreeks toezicht van het arm bestuur. Ze was zeker niet alleen bedoeld voor de weesmeisjes, ook meisjes van buiten het tehuis konden de lessen in ..naaijen. breijen en andere vrouwelijke handwerken" bijwonen. De lerares, naaimatresgeheten, kreeg van het weeshuisbestuur een jaarsalaris van 100 - benevens enige emolumenten. De leerlingen kregen per dag zes uur les, vijf dagen in de week. De controle die door de weeshuisregentessen op de naaimatres en de leerlingen werd uitgeoefend, was streng. Zo was de matres verplicht ..alles wal op school genaaid wordt in de directiekamer te brengen, ook het goed dat versteld (moest) worden." Bovendien moest ze ..alles, met overleg der regentessen knip pen en in orde brengen" en er op toezien dat de naaimeisjes onder geen beding spullen mee naar huis namen. De opbrengst van het naaigoed werd verdeeld over de regentessen, matres en wees meisjes. (31) Zo'n veertig tot vijftig leerlingen bezochten de school in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Het aantal wezen onder hen was echter in de minderheid. In 1885 bijvoorbeeld, waren niet meer dan achttien van de in totaal achtenveertig leerlingen afkomstig uit het weeshuis. Pogingen van het armbestuur om de verhouding wat meer gelijk te trekken en het aantal ..burgermeisjes" terug te dringen, sorteerden nauwelijks effect. (32) Het aantal weesmeisjes bleef klein en dit was gezien de teruglopende weeshuispopulatie allerminst verwonderlijk. Over de kwaliteit van het onderwijs aan de naaischool waren de armbestuurders tevreden. Zo spra ken ze in 1883 over ,.de uitstekende wijze waarop de naaimatres hare taak vervult getuige de herhaalde bekroningen op Tentoonstellingen." Over ongeregeldheden hoefde men zich geen zorgen te maken. ,.Op de school"zo verzekerden de regentessen, „heerscht de beste orde en regel." (33) Na de opheffing van de aan het weeshuis verbonden naaischool in 1920 werden de meisjes - wezen en dochters van huiszittende armen - naar de vakschool gestuurd. De school leidde de meisjes op tot naaister entof dienstbodeberoepen die door het armbestuur als uitermate geschikt voor wezen en armeluiskinderen werden geacht. De foto dateert van 1931 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1991 | | pagina 139