DE GESCHIEDENIS VAN HET WEESHUIS De bedenkingen van Cromjongh ten spijt ging de school nog in 1866 van start. Het aantal leerlingen varieerde aan het einde van de vorige eeuw van vijf tot achttien. (42) In hoeverre het onderwijs bijdroeg tot een verbreding en verdieping van de kennis der leerlingen is twijfelachtig. Nog rond de eeuwwisseling klaagde men over de gebrekkige ontwikkeling van veel wezen, die niet in staat bleken de lessen aan de Burgeravondschool te volgen. (43) Tot 1900 zou het avondonderwijs aan de wezen-armenschool worden verzorgd. Na opheffing van de school in dat jaar werden de wezen overgebracht naar school B, een school, die niet alleen beter stond aangeschreven dan school C. waar de kinderen uit arme gezinnen naar toe werden verwezen, maar waar bovendien de mogelijkheid bestond lessen in de avonduren te volgen. (44) Ontspanning Stond de werkdag grotendeels in het teken van school en werk. de zondag was gereserveerd voor kerkbezoek en ontspanning. Zondagmorgen waren de wezen verplicht in de rifter te verschijnen „om hel gebed en de dankzegging, voor en na kerktijd, bij te wonen." Kinderen van de hervormde gods dienst bezochten de hervormde kerk onder leiding van de vader, die er op toezag dat ze zich stil en eerbiedig" gedroegen, terwijl de katholieke weesjes door een roomse begeleider naar hun kerk wer den gebracht. Het armbestuur wees uit een aantal weesjongens zogenaamde bussendragersaan, die „na kerktijd, aan de huizen der ingezetenen, ieder in de hun aangeweze wijk, met eene armbus omgaan en de liefdegaven ten behoeve van de Algemeene-Armen ontvangen." 's Middags vanaf vier uur was het de wezen toegestaan vertier buiten het weeshuis te zoeken. Wel moesten ze op tijd thuis zijn: 's zomers om acht en 's winters om zeven uur. Speciale toestemming was vereist om ook op zaterdagmiddag uit te gaan. De Ambachtsschool werd in 1876 opgericht en was bedoeld voor jongens uit de „geringe volks klasse"Het leren van een ambacht zou de wezen en kinderen van bedeelde ouders, zo hoopten de armbestuurders althans, in de toekomst buiten de armenzorg houden. De verlichte burgerij beschouwde armoede in de meeste gevallen als het directe gevolg van onwetendheid, waarvoor slechts één remedie bestond: deugdelijk vakonderwijs. De foto is van ca. 1920. 139

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1991 | | pagina 141