A.J. BARTH EN DRS. A.L. KORT
Van de 278 behoren 29 tot de min of meer „geschoolde" beroepen (ambachten), dit is iets meer dan
10% van het totaal.
(bron: Arch, gemeente Goes, inv.nr. 162, volgnr. 778)
Meer dan 50% der bedeelden (zowel bij het totaal als BA) behoort tot de categorie veldwerkers,
arbeiders en kadewerkers.
Bijlage 2
Inkomsten - uitgaven Armbestuur 1830 -1850
Inkomsten:
1Goed slot vorig jaar
2. Opbrengst armgoederen (huur cijns)
3. Diversen (collecten, boeten)
4. Buitengewone
(waarvan subsidie gemeente)
1830
144,01
- 200,—
- 1243,19
- 9000,—
(9000,-)
10587,20
1840
577,—
- 200,—
- 1866,84
- 9658,98
(9500,-)
12302,83
1850
29,95
18,—
- 2271,72
- 13834,02
(13350,-)
16153,69
Uitgaven:
1. Onderhoud armen(geld,natura)
2. Lasten goederen(reparaties,grondb)
3. Administratiekosten (arts,pres.)
4. Onvoorziene uitgaven
9302,14
641,16
- 548.20
78,50
10570,—
10458,79
249,26
550,75
- 634,98
11893,70
14558,97
671,08
453,17
- 386,32
16069,54
(Bron BA inv. nrs. 507 - 509, jaarrekeningen)
186