INLICHTINGEN omtrent
armlastig geworden te Goes
Provincie Zeeland op den
DE GESCHIEDENIS VAN DE ARMENZORG
ben. „Zij verdienen veeleer zorgeloos of verkwistend of lui te worden genoemd." Daarom moest
men hen ook zo min mogelijk met geld helpen. Bedeling van valide armen zou slechts tot luiheid
en bedelarij leiden. Het bedelen in Goes liep toch al de spuigaten uit: „ook in ons midden worden in
vele huisgezinnen de kinderen van jongs aan tot bedelen opgeleid, geoefend in het hanteren van
leugen en bedrog, gewend aan lediggang en zorgeloosheid en wat niet al ondeugd." (7)
Nu we hebben gezien welke visie de armbestuurders op de armoede en de armenzorg hadden,
moeten we nagaan welke middelen zij aanwendden ter bestrijding van de armoede.
Kaam en Voornaam. J
^7) 3/ «w /fd>3.
Geboorteplaats cn tijd.
Godsdienstige gezindheid.
Beroep.
Gehuwd, zoo ja met wien? ongehuwd of wed
"Waar en wanneer gehuwd
/f
Getal Kinderen,
Waar en wanneer geloot, voor de Nat. Mil.?
Idem voor de Schutterij
Namen en tegenwoordige of laatste woonplaat
der Ouders.
Bijzonderheden omtrent de vroegere cn latere
speciaal de laatste vierjarige verblijfplaats. c^r*ts-
Aldus opgemaakt overeenkomstig de gegpvene inlichtingen, door het
Armbestuur der Stad Goes, den orfe-y*' J (j
Voordat het armbestuur tot bedeling besloot, werd een summier onderzoek ingesteld naar de om
standigheden waarin de arme verkeerde. Voor het noteren van de relevante gegevens gebruikte
men standaardformulieren. Voor 1870 werd de geboorteplaats of de plaats waar de arme vier
achtereenvolgende jaren had gewoond, als onderstandsdomicilie aangemerkt. Na dat jaar moest de
arme aankloppen bij het armbestuur van de plaats waar hij op dat moment verbleef. Deze wets
wijziging gaf dikwijls aanleiding tot felle conflicten tussen Goes en de omliggende plattelands
gemeenten. Het stedelijk armbestuur beschuldigde de liefdadigheidsinstellingen in de dorpen ervan
hun bedeelden op Goes af te schuiven.
41