a.j. barth en drs. a.l. kort De Gemeente-Geneesheer gelieve te bezoeken en voor rekening van het je j Goes den 'o v' f Tot de hulp. die het armbestuur aan de bedeelden verstrekte, behoorde ook de medische verzorging door de gemeentearts. De „armendokter"zoals hij in de volksmond werd genoemd, ontving van het armbestuur (later van de gemeente) een vast bedrag per jaar voor de behandeling van arm lastige patiënten. In het zweet Uws aanschijns zult Gij Uw brood verdienen Bedeling en medische verzorging waren de middelen bij uitstek om de invalide armen te onder steunen. De werkverschaffing was in principe bedoeld voor de grote groep valide paupers. Was het verschaffen van werk aan valide arbeidskrachten in de eerste helft van de vorige eeuw uitsluitend bedoeld om leegloperij tegen te gaan. vanaf het midden werd tevens gewezen op het maatschap pelijk nut van de projecten, die in werkverschaffing werden uitgevoerd. In 1870 schreven de arm bestuurders dat ze met de voorgenomen werkverschaffing niet alleen de eigen bedeelden op het oog hadden, maar dat ze ,,ook de Kerkelijke armbesturen gelegenheid wenschen aan te bieden, daarin hunne valide armen te doen delen Geheel afgescheiden van hel nut dat door het voor gestelde plan voortvloeit voor de armenverzorging en dat daardoor het toenemend pauperisme krachtig het hoofd zal worden geboden, is het ook in het regtstreeks belang der Gemeente, daar zij zonder eenige opoffering harer zijds. moerassen in bouwland ziet herscheppen en na expiratie van den erfpachtstermijn in het bezit treedt van aanzienlijk vermeerderde en verbeterde waarden." De gemeente ging akkoord met het plan van het Burgerlijk Armbestuur om stukken grond langs de schans en de haven in erfpacht af te staan. (49) In de winter van 1870-1871 ging de werkverschaffing van start. De werkzaamheden bestonden hoofdzakelijk uit het dempen van gedeelten van de vest en het ophogen en egaliseren van grond. De werkverschaffing zou ruim twintig jaar bestaan en kostte het armbestuur in totaal ruim 32.000.-, een voor die tijd kolossaal bedrag. Het gemiddeld aantal tewerkgestelde arbeiders bedroeg circa vijftig. De achturige werkdag leverde een verdienste van 0,50 op. (50) De werkverschaffing bood de armbestuurders een schitterende gelegenheid de arbeidsmoraal van de armen te toetsen. J.A.A. Fransen van de Putte sprak in 1870 duidelijke taal:,,zoodanigen die wei geren te werken" moesten in zijn ogen zonder pardon van de bedelingslijst worden afgevoerd. (51) Een dreigement, dat het armbestuur meer dan eens uitvoerde, zoals in 1878, toen de bedeelde Jan Frankien te horen kreeg ..dat hij een briefje voor het werk heeft gekregen en niet heeft willen wer ken en dat hij alzoo niet kan ondersteund worden." (52) Zelfs ouderen ontkwamen niet aan de arbeidsplicht. Dit ondervond in 1882 de vijfenzestigjarige A.J. Blusse, aan wie het armbestuur 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1991 | | pagina 68