DE GESCHIEDENIS VAN DE ARMENZORG
onele full-time „controleur-armbezoeker"die niet alleen een wakend oog diende te houden op de
ealimenteerden van het armbestuur, maar ook op alle werklozen die onder de crisissteunregeling
ielen? Het gemeentebestuur had in deze kwestie het voortouw genomen. De controle op de armen
n werklozen kon in zijn ogen beter niet aan de politie worden overgelaten, zoals het aimbestuur in
et verleden nog al eens placht te doen en mocht zeker niet zijn gebaseerd op een verkliksysteemdat
n de ogen van het gemeentebestuur immoreel en verre van deugdelijk" was. Burgemeester en
/ethouders bereikten al spoedig overeenstemming met het armbestuur over het takenpakket en de
«zoldiging van de nieuw te benoemen functionaris. Een derde van het salaris werd betaald door het
rmbestuur, de rest door de gemeente. Behalve het inwinnen van inlichtingen over (bij)verdiensten
an gealimenteerden en regelmatig huisbezoek, moest de controleur ook surveilleren op allerlei
ilaatsen, waar arme mensen zich beter niet konden laten zien, zoals „cafe's, bioscopen, biljart
wedstrijden, dansgelegenheden, winkels waar zogenaamde 'lekkernijen worden verkocht' enz." Het
irmbestuur drong er op aan dat de armbezoeker iemand uit Goes moest zijn „welke met de bevolking
n omstandigheden ter plaatse heerschende goed bekend is." De aanstelling van de controleur zou
n 1934 al een feit zijn geweest als niet de gemeenteraad dwars had gelegen. De raad stelde voor de
weesvader als controleur aan te stellen, wat aanzienlijker goedkoper was dan de benoeming van een
lieuwe ambtenaar, die een salaris van ruim 1.200 - zou opstrijken. De zaak werd op de lange baan
eschoven. Pas in 1936, nadat de regering subsidie had toegezegd, ging de raad akkoord met de
ïanstelling van een controleur-armbezoeker. (37) De eerste die het gemeentebestuur in deze functie
tenoemde, was A.J. Klooté. (38)
De man had, zeker in de crisisjaren, handen vol werk. Hij werd op de bedeelden afgestuurd, moest
en uitgebreid rapport opmaken van alle gevallen waarover het armbestuur en de gemeente de
liteindelijke beslissing namen en vaak werd hij ook ingeschakeld bij het uitvoeren van lastige klusjes.
'Dikwijls stuitte hij op schrijnende gevallen, zoals in 1939, toen Klooté op bezoek ging bij het gezin
an G. de P. en daar „constateerde, dat 5 kinderen, 3 jongens en 2 meisjes, in een ledikant op een
ieze matras, zonder lakens en dekens" sliepen. „De geheele omgeving"zo tekende hij aan, „is een
zwijnenstal. Er gebeuren nu reeds dingen op sexueel gebied door een jongen van 14 jaar, welke zoo
langzamerhand de weg der misdaad opgaat." Het annbestuur droeg Klooté op te zoeken naar iemand
die het huishouden voorlopig op zich zou kunnen nemen, en zelf intussen „met eenige matrassen en
dekens uit het weeshuis een beetje orde te scheppen."
Een controleur in de rol van bezoeker, rapporteur en klusjesman. (39) Het armbestuur maakte veel
vuldig gebruik van zijn diensten. Dit betekende overigens niet dat de rol van de politie geheel en al
was uitgespeeld. Strekte het toezicht van de controleur zich slechts uit tot de bedeelden en steun
trekkers, de politie werd ingeschakeld om mensen in de gaten te houden die pas in de stad waren
gearriveerd -meestal losse arbeiders - en van wie men verwachtte dat ze binnen de kortst mogelijke
'teren een beroep op de stedelijke liefdadigheid zouden doen. Zo verzocht het armbestuur de politie
in 1936 controle te houden op de leurders, welke in de volkslogementen verblijven." Soms gebeurde
het dat deze mensen, in de archiefbescheiden van het annbestuur „passanten" genoemd, werden
ifgekocht. In ruil voor bijvoorbeeld voedsel kregen ze het dringende advies de stad zo snel mogelijk
ie verlaten. Zo had in 1928 de Goese burgemeester het annbestuur verzocht te willen helpen met het
litdelen van voedsel aan een groep zigeuners die kort tevoren binnen de gemeente een kamp hadden
opgeslagen in de hoop, dat ze zo snel mogelijk Goes verlieten „en de gemeente daarmede van veel
werlast van de bewoners van dat kamp was verlost." In feite een soort oprotpremie in natura. waar-
an het beoogde effect niet uitbleef: een paar dagen na de voedseldistributie waren de zigeuners
ertrokken. (40)
)e visie op de armoede verandert maar nauwelijks
)e intensieve controle van de autoriteiten op de armen kunnen we niet alleen als repressie beschou-
ven, maar had ook de bedoeling de bedeelden weer op het juiste spoor te brengen. Vaak kreeg een
85