KERKPATROCINIA OP DE MIDDELEEUWSE EILANDEN ZUID- EN NOORD-BEVELAND, WOLPHAARTSDIJK, BORSELE EN BAARLAND. De heiligen waaraan de kerken gewijd waren, hun leven en de legenden er omheen en hun betekenis voor de mensen in de streek. door G.J. Lepoeter. Inleiding. KERKPATROCINIA OP DE MIDDELEEUWSE EILANDEN Het mag wat ongebruikelijk zijn, toch willen wij ons artikel beginnen met een waarschuwing vooral'. De lezer die in een artikel zoals dit naar een groot aantal feitelijkheden zal zoeken, komt namelijk bedrogen uit. Op het hele terrein van de hagiografie en zeker dat van de kerkpatrocinia komen we vaak niet verder dan uitspraken met een hypothetisch karakter. Vele vragen komen er op. vooral aangaande het waarom van een bepaald patrocinium en de samenhang van de patrocinia in een bepaalde streek. De antwoorden op dergelijke vragen zijn schaars. Slechts hier en daar zullen we wellicht een veronderstelling kunnen maken. Schriftelijke bronnen ontbreken nu eenmaal. Dit maakt de materie echter niet minder boeiend. Integendeel, wij vinden het fascinerend om waar het kan binnen te dringen in de denk- en leefwereld van de middeleeuwse bewoners van onze streken. Het onderwerp van de kerkpatrocinia lijkt ons daar bij uitstek geschikt voor. Wij zullen dan evenwel afstand moeten nemen van de stellingname van vele liberale en protestantse geschiedschrijvers, die al te vaak de totaliteit van de heiligenlevens en -verering hebben afgedaan met de op zijn minst wat denigrerende benaming ""de santenkraam der Roomse kerk", die met de reformatie werd weggevaagd. En zo is het natuurlijk ook niet. Wanneer de dichter gelijk heeft met zijn: ""Een naam van iemand die niet meer bestaat, blijft soms nog lang onder de mensen", dan geldt dit a fortiori voor heiligennamen.! 1) Zelfs in de streken die nu al eeuwen vrijwel volledig geprotestantiseerd zijn, zijn de namen van de heiligen méér gemeengoed dan we dagelijks beseffen. Zelfs niet alleen de namen. We kennen toch allemaal de ijsheiligen. (12 mei Pancratius. 13 mei Servatius, 14 mei Bonifatius)(2) Welke boer volgt rond deze dagen niet met argusogen de weersontwikkeling? Iedere boer zal toch 24 juni - de meest cruciale datum van het zomergroeiseizoen - met "'Sint Jan" (de feestdag van Johannes de Doper) aanduiden? De feestdag van Sint Margaretha (20 juli) geldt als het begin van de oogstperiode. Een rijmpje zegt: "Regent het niet op Sinte Margriet, dan regent het zes weken niet." Of omgekeerd: "Regen op Sinte Margriet, is zes weken boerenverdriet." En 11 november is Sint Maarten en blijft Sint Maarten. Waar of niet waar, het volksgeloof ligt in dergelijke zaken verankerd. Santenkraam of geen santenkraam. Waarom worden ook de vele kerken die al eeuwen voor de protestantse eredienst worden gebruikt, nog altijd genoemd naar de patroonheilige uit de middeleeuwen? Een mooi voorbeeld is Goes waar men na de reformatie de kerk de benaming gaf van Grote- of Maria Magdalenakerk. De bedoeling was om geleidelijk over te gaan op "'Grote kerk" zonder meer. Het is niet gelukt. Het is nog altijd de naam van Maria Magdalena die onder de mensen gebleven is. ook al bestaat Maria Magdalena als heilige niet meer voor diezelfde mensen. Wij hopen dat de lezer nieuwsgierig geworden is en daarom bereid zal zijn om met ons mee te kijken naar de heiligen waaraan een aantal kerken gewijd waren. En niet te vergeten: wat betekende 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 81