Rond deze dagen van herdenking van de vele slachtoffers wordt veel geschreven en gesproken over die tijd. nu veertig jaar geleden. Laten we bij de beoordeling van gebeurtenissen en daden van toen echter beseffen dat we nu in allerlei kennis en ontwikkelingen - ik noem alleen maar de mogelijkheden van verbindingen - ook veertig jaar verder leven. En daarom in ons oordeel bescheiden en gematigd zijn! Als we dan ons even ook de onverwachte, rampzalige gebeurtenissen indenken, wordt ons oordeel over wie naar onze mening tekort schoten, waarschijnlijk ook wel milder. J.W.P.Cornelissen, wethouder van de gemeente Reimerswaal. De ramp in Wolphaartsdijk. Markante en aangrijpende droevige gebeurtenissen in ons bestaan kunnen we niet vergeten. We bouwen in de tijd herdenkingsmomenten in. De gebeurtenis krijgt een nieuw accent. Dat is in ons persoonlijk leven zo en dat is zo met wat ons als samenleving overkomt. De 4 mei herdenking is de meest treffende herdenking die we gemeenschappelijk hebben. De herinnering krijgt een nieuwe impuls in woord en beeld en in gedachten. Het is het meest aangrijpend voor degenen, die persoonlijk zijn getroffen, die dierbaren hebben verloren, die al die tijd het toen veroorzaakte leed hebben moeten meedragen. Als mensen aan dat leed schuldig zijn, als volken schuldig zijn. komt de verontwaardiging daarover in die herdenkingstijd weer scherp naar boven. Er overkomen ons ook rampen, waarbij redelijkerwijs geen schuldigen kunnen worden aangewezen. Zoals bij de watersnoodramp van 1 februari 1953. Is het eerlijk, is het zinvol om nu na veertig jaar nog de schuldvraag te stellen, waar achteraf met Deltaplan en stormvloedkeringen geweldige investeringen zijn gedaan in onze veiligheid tegen het weer? Extremen, elkaar versterkende natuurkrachten braken de dijken, die in de vooroorlogse crisisperiode, in de oorlogsjaren en in de na-oorlogse wederopbouw-periode geen prioriteit kregen. Men hield ook geen rekening met de mogelijkheid van overstromingen op deze schaal. We waren er niet op voorbereid. Het water staat al in huis voordat men het goed en wel beseft. Het water sluipt binnen als een dief in de nacht. Zo ook in Wolphaartsdijk. De Zandkreek wordt bij de nauwe doorgang van twee kanten volgestuwd. Het water breekt over en door de dijken heen naar de Kortgeense en naar de Wolphaartsdijkse kant. De westelijke zeedijk van de Oosterlandpolder wordt over een breedte van meer dan 500 meter tot aan de bovenkant van de steenglooiïng weggeslagen. In de polder waarin Wolphaartsdijk ligt stijgt hel water snel. Voorlopig onopgemerkt en onhoorbaar door de alles overschreeuwende bulderende storm. Ook hier gaat het zo snel dat de wreed uit hun slaap gerukte bewoners niet of ternauwernood hun zolder kunnen bereiken. En ook daar is het allerminst veilig! Later blijkt dat er twaalf slachtoffers zijn te betreuren. In deze dagen worden zij herdacht, lezen we weer hun namen en wordt ons verteld over de tragische wijze waarop zij het leven verloren. Het echtpaar Kloosterman met dochtertje woont aan de Molenweg (nu Burg. Hackstraat). Zij trachten nog de Molendijk te bereiken, maar worden door het water meegesleurd. Het echtpaar Heijnsdijk wordt in huis verrast en kan niet meer ontkomen. Diep tragisch is dat op diezelfde rampdag hun enige dochter met haar man omkomen. Hun twee kinderen hadden ze zelf nog in veiligheid kunnen brengen. Mevrouw Verschuure van de Aardebolleweg kan ook haar huis niet meer ontvluchten; haar dochter kan nog op het nippertje ontsnappen door een raam stuk te slaan en via de dakgoot het dak te bereiken. Zo maar enkele voorbeelden van de vele, die verteld kunnen worden. De dorpsgemeenschap Wolphaartsdijk wordt zwaar getroffen ook in materiële zin. Burgemeester 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 10