J A. TRIMPE BURGER Afb. 1 Colijnsplaat-Noordhoeksnol. Romeins importaardewerk: 1. fragment van een beker van "Belgische waar" met steil buikprofiel Haltern type 84: 2. fragmenten terra sigillatakom type Dragendorjf 29. Schaal 1:2. Omstreeks 70 na Chr. raakt deze terra rubra geheel buiten gebruik. Veel aardewerkscherven zijn afkomstig van terra nigra-waar dat vooral in het noorden van Gallie" werd gefabriceerd, evenals de terra rubra. In het algemeen wordt het ook aangeduid als Belgisch aardewerk. Het is niet doenlijk alle fragmenten van terra nigra-waar of daarmee verwant materiaal met zekerheid te determineren en te dateren omdat het merendeel te fragmentarisch en niet karakteristiek genoeg is. Het tellen van een minimaal aanwezig aantal exemplaren is eveneens moeilijk uitvoerbaar. We volstaan met op te merken dat de terra nigra onder het Romeinse aardewerk van Colijnsplaat-Noordhoeksnol het meest voorkomt.(9) Tussen het Romeinse vondstmateriaal zijn voorts fragmenten van kruiken en kruikamforen aanwezig.10) Moeilijk dateerbaar is een randfragment van een groot voorraadsvat (dolium). De binnendiameter van de rand is ca 35 cm, de bovenzijde van de 8 cm brede rand en een smalle strook van de schouder daaronder is zwart beschilderd; het baksel is bruinig met een grijze kern, de verschraling van het dikwandige aardewerk is zeer grof. In de opsomming van het Romeinse aardewerk vermelden we tenslotte nog een randfragment van een wrijfschaal met schuin afstaande rand. De schaal heeft een wit baksel. De datering kan zowel het midden van de le eeuw zijn als later. Literatuur Bogaers, J.E. J.K. Haalbos e.a., 1975: Problemen rond het Kops Plateau, Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 56, 127-78. Breuer, J. 1931Les objets antique découverts a Ubbergen prés Nimègue, Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 12, 27-121. Bushe-Fox, J.P., 1949: Fourth Report on the Excavations of the Roman Fort at Richborough, Kent, Oxford. Hawkes, C.F.C. M.R. Huil, 1947: Camulodunum, London. Hermet, F., 1934: La Graufesenque, I-II, Paris. Holwerda, J.H., 1941: De Belgische waar in Nijmegen, 's-Gravenhage. Knorr, R., 1952: Terra-Sigillata-Gefasse des ersten Jahrhunderts, Stuttgart. Loeschcke. S., 1909: Ausgrabungen bei Haltern. Die keramischen Funde, Mitteilungen der XAltertums-Kommission für Westfalen 5, 101-322. Oswald, F. T.D. Pryce, 1920: An Introduction to the Study of Terra Sigillata, London. Ritterling, E., 1912: Das frührömische Lager bei Hofheim im Taunus, Annalen des Vereins für Nassauische Altertumskunde und Geschichtsforschung 40. Stuart, P.J.J.1962: Gewoon aardewerk uit de Romeinse legerplaats en de bijbehorende grafvelden te Nijmegen, Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 43 (suppl.). Trinipe Burger, J.A., 1971Zeeland in de Romeinse Tijd, in: Deae Nehalenniae, Middelburg Leiden (tentoonstellingsgids). 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 34