J. SMITS De ijverige verkenningen van Wassij worden niet door iedereen op prijs gesteld. Severijn Hoetmaker, commandant van Liefekenshoek klaagt dat troepen van Zuid-Beveland zich in het oude land van Doel hebben bevonden. Niet alleen tot schade van de inwoners, maar ook tot ongemak van Hoetmakers troepen, die daar "s nachts regelmatig verkenningen uitvoeren. Zo kunnen gemakkelijk misverstanden ontstaan en ongelukken gebeuren!(19) Graag zouden we natuurlijk willen weten hoe het Jan Speecke verder vergaan is. Daarover valt echter niets te zeggen. Na juni 1630 komt men in de correspondentie van de Gecommiteerde Raden Jan Speecke niet meer tegen. De aandacht verschuift naar de bouw van grote aantallen sloepen op de diverse vijandelijke werven. In talloze brieven wordt er gesproken over de bouw van de sloepen en de mogelijke bedoelingen die men in geval van een grote aanval kan hebben. Iedere Nederlandse commandant heeft wel zijn informaties uit vijandelijk gebied. De bronnen variëren van vrienden en familieleden tot krijgsgevangenen, overgelopen burgers en soldaten, ja zelfs rasechte spionnen en hoogverraders. Over Jan Speecke praat niemand meer. Mogelijk is hij gevangen genomen en geëxecuteerd. Daar er geen veroordelingen van de admiraliteit en vrijwel geen scheepsjournalen van oorlogsschepen uit die tijd bewaard zijn gebleven, is nader onderzoek vrijwel onmogelijk. De grote aanval die al in 1630 verwacht wordt, komt pas in september 1631. Een grote Spaanse vloot, voornamelijk sloepen met manschappen en ponten om materieel over te zetten, begeeft zich op de Zeeuwse stromen en wordt verpletterende verslagen in de slag op het Slaak, tussen St. Philipsland en het vaste land van Brabant. De Zeeuwen maken 4000 krijgsgevangenen en brengen 77 vijandelijke schepen op.(20) Mogelijk is Speecke er ook bij. Bewijzen ontbreken. De bronnen zwijgen. En zo verdwijnt Jan Speecke uit de historie, even plotseling als hij gekomen is, ons slechts een beeld achterlatend hoe kleinschalig en tegelijkertijd spannend de oorlogvoering in de Scheldezone kon zijn. noten 1) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 I, brief van 1 juni 1630. 2) Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden, inventarisnummer 2040, 1595. 3) Zie voor meer informatie over de Zeeuwse kaapvaart o.a. de studie van mw. J.Th.H. Verhees- van Meer: De Zeeuwse kaapvaart tijdens de Spaanse Successieoorlog 1702-1713, Middelburg 1986. 4) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1637, brief van 27 mei 1630. 5) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1637, brief van 23 april 1630. 6) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1637, brief van 27 mei 1630. 7) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1637, brief van 13 april 1630. 8) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 I. brief van 16 mei 1630. 9) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1637, brief van 14 december 1629. 10) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 625, resolutie van 7 maart 1630. 11) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 I, brief van 24 mei 1630. 12) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1637, brief van 25 mei 1630. 13) Archief Staten van Zeeland, brief van 18 mei 1630. 14) Archief Staten van Zeeland, brief van 23 mei 1630. 15) Archief Staten van Zeeland, brief van 1 juni 1630. 16) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 I,brief van 23 mei 1630. 17) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 II, brief van 29 mei 1630. 18) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 I, brief van 1 juni 1630. 19) Archief Staten van Zeeland, inventarisnummer 1245 I, brief van 1 juni 1630. 20) Encyclopedie van Zeeland, deel III. Middelburg 1984 (trefwoord "Slaak"). 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 54