METEN MET TWEE MATEN METEN MET TWEE MATEN Proportien van verscheyden landmaten die wij achten niet-onaangenaam te sullen wesen. C.F.E. door A.P. Buijs Inleiding. Als norm voor de eerste maten die de mens gebruikte dienden de afmetingen van zijn eigen lichaam, zoals el, voet en duim. Er waren ook prestatie-maten, bijv. de span en de schrede. Al deze natuurlijke maten vormden de grondslag voor de latere kunstmatige maten. Daarbij werden maatstokken gebruikt, die al dan niet door inkepingen in gelijke delen waren verdeeld. Het grote voordeel was, dat zij een constante lengte hadden. Alleen bij het maken van nieuwe maatstokken konden afwijkingen ontstaan. In de loop van de tijd zijn de maten dan ook veranderd, zij het meestal maar in geringe mate. Elke streek of stad kreeg op den duur een eigen stelsel van maten en gewichten. Was een land aan een streng regime onderworpen, dan was er vaak één stelsel maten en gewichten. Zodra de delen meer zelfstandigheid kregen, traden lokale maten weer op de voorgrond, zoals in het Romeinse Rijk bijvoorbeeld het geval was. Voor handelaren bracht het verschil in maten extra rekenwerk met zich mee. Sommige lieden ontdekten dat hierin de mogelijkheid zat zich ten koste van de koper te verrijken. Een voorbeeld: Stel dat iemand 20 gemeten land bezit, Putse maat 1 gemet 4949 vierkante meter). Hij verkoopt de helft aan zijn buurman. Daartoe laat hij 10 gemeten afbakenen, Schouwse maat (1 gemet 4169 vierkante meter) (1). Omgezet in ons bekende maten is dit: Oorspronkelijk bezit 20 x 4949 m; 9,90 ha. Daarvan verkocht 10 x 4169 m: 4,17 ha. De helft van het oorspronkelijke bezit was 4,95 ha. De buurman krijgt dus ongeveer driekwart ha. minder dan de helft, voor de prijs van die helft. Op zijn protest krijgt hij te horen: Er waren 20 gemeten, er zijn door de landmeter 10 gemeten afgebakend; de helft van 20 is toch 10? Soortgelijk nieten met twee maten heeft zich waarschijnlijk ook voor gedaan in de 15e eeuw in Goes: de kwestie van de Honderd Gemeten. "In "t jaer 1444, kochten die van der Goes van den Grave hondert Gemeten Ambachts met den molen en andere gerechten, daer toe behoorende, gelegen in Zuid-Beveland, in de parochie van Cloetinge, by de Poorte of haven der Stede (2), zo meldde Mattheus Smallegange in zijn Cronyk van Zeeland. Van een totaal van 500 gemeten werden 100 gemeten aan Goes verkocht. De rest bleek naderhand uit 400 wel heel kleine gemetjes te bestaan... Goes had te veel grond gekregen! Bezwaarschriften werden opgesteld, er volgden gerechtelijke procedures. Pas in 1472 maakte Karei de Stoute een eind aan het gekrakeel. Véél later, in 1822, werd de grens tussen Goes en Kloetinge in het betreffende gebied bij Koninklijk Besluit vastgesteld door Koning Willem I. Andere trucs waren: bij inkoop van los gestorte goederen de maximale maat gebruiken en bij verkoop de minimale; voor de belastingheffing het grondbezit met de grootst mogelijke roede opmeten, teneinde de verschuldigde som zo laag te houden als maar kon. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 55